2e afd.
26 juni 1986
73
Zij bevat een opsomming van de inkomsten en uitgaven van de gemeente die naar
verwachting zullen worden ontvangen c.q. gedaan.
De gemeentebegroting heeft verschillende funkties waarvan wij noemen:
- het verschaffen van inzicht in de financiële toestand van de gemeente;
- het geven van machtiging aan ons college om uitgaven te doen tot de be-
dragen die in de begroting zijn aangegeven;
- een grondslag geven voor de boekhouding en voor de gemeenterekening;
- het geven van een financiële vertaling van het in het begrotingsjaar te
voeren beleid.
De begroting biedt daarnaast aan gedeputeerde staten de mogelijkheid om het
aan dit college opgedragen preventieve toezicht uit te oefenen.
De begroting is funktioneel ingericht. Dit komt tot uitdrukking in de ver-
schillende hoofdfunkties van de begroting, die de gemeentelijke taken of
funkties opsommen.
Onderscheid is gemaakt tussen inkomsten en uitgaven, behorende tot de gewone
dienst en die behorende tot de kapitaaldienst.
Om te bepalen of een uitgaaf op de kapitaaldienst thuishoort wordt een twee-
tal kriteria gehandhaafd.
le. Het periodiciteitskriterium. Hierbij wordt bezien of een uitgaaf perio-
diek voorkomt dan wel ëénmalig is.
Periodieke uitgaven worden op de gewone dienst geplaatst en ëénmalige
uitgaven op de kapitaaldienst.
2e. Het kriterium van de toekomstige nutsprestaties. Een uitgaaf kan een één-
malige nutsprestatie leveren, d.w.z. een nut dat beperkt blijft tot éên
begrotingsperiode. Deze wordt als een gewone uitgaaf beschouwd.
Werpt een uitgaaf over een aantal jaren zijn nut af, dan zien wij dit
als een kapitaalsuitgaafDe kosten komen dan gedurende een aantal jaren
via rente en afschrijving ten laste van de gewone dienst.
In verband met de cirkuiaire van gedeputeerde staten van 7 augustus 1957,
afd. 3a. nr. 287, worden in de primitieve begroting geen kapitaalsuitgaven
opgenomen.
5