253
25 september 1986
Met andere woorden, hoeveel formatieplaatsen zijn er nu per taak, afde-
ling, sektie en hoeveel worden er dat in het nog op te stellen plaat-
singsplan Spreker vraagt de toezegging dat dit overzicht er komt.
Met klem verzoekt zijn fraktie de uiterste zorgvuldigheid in acht te
neinen in de komende uitwerkingsfase; goede voorlichting van de werkgever
naar de werknemers acht zij essentieel. Want men weet dat het college
de ambtenaren krijgt die het verdient en niet oingekeerd.
Sprekers fraktie koestert niet de illussie dat men met de nu voorgestelde
organisatievorm alle problemen voorkomt. Maar zij meent wei dat in de
voorgestelde situatie meer mogelijkheden aanwezig zijn voor een goede
sturing en koördinatie om problemen te kunnen oplossen. Als men het col-
legevoorstel als uitgangspunt voor de toekomst neemt, dan heeft zijn
fraktie toch ook nog een punt van zorg betreffende de bestuurlijke kant
van de organisatie. Het voorstel van het college betreft in hoofdzaak
de ambtelijke organisatie van de gemeente Heemstede. Aan het begin van
zijn betoog heeft spreker gesteld dat zijn fraktie verheugd was over de
onderzoeksopzet van de externe adviseurs, namelijk dat ook gekeken is
naar de relatie tussen de bestuurlijke en de ambtelijke organisatie. In
het rapport van de externe adviseurs staan hierover behartenswaardige
zaken. Spreker citeert uit bladzijde 12 van dat rapport: "Het bestuur is
zeer sterk betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van het beleid.
Dit leidt ertoe dat een groot deel van de beleidsvoorbereiding en -uit-
voering direkt door of onder leiding van het bestuur plaatsvindt. Ge-
volg is onder andere een uitgebreide commissie- en vergaderkultuur en
zoals reeds werd aangegeven een niet optimale benutting van de ambtelijke
organisatie en het gevoel bij de portefeui1lehouders een "meer dan 100%"
dagtaak te vervulleri."
Vervolgens citeert spreker uit bladzijde 14 van genoemd rapport: "De
huidige bestuurlijke werkwijze is in feite ondoelmatig en leidt tot over-
matige inaar ons inziens ook tot onnodige belasting van de portefeui 1 le-
houders. De bestuurlijke inbreng bij de voorbereiding en -uitvoering
van het beleid zal moeten worden teruggedrongen en beter moeten worden
gereguleerd door middel van een passende delegatieregeling aan de ambte-
lijke organisatie en een nauwere aansluiting tussen de bestuurlijke en
ambtelijke overlegstruktuur.
Over de aanpassing van de bestuurlijke organisatie ziet sprekers frak-
tie in het voorliggende collegevoorstel weinig terug. Het college zal
zeggen dat het het rapport van de externe adviseurs op 21 maart op tafel
had en dat het een rol heeft gespeeld bij de politieke diskussie over de
portefeuille-verdeling; die bestuuriijke aanpassingen en inkleuring
heeft al plaatsgevonden. Dat is juist, maar zijn fraktie vindt dat er
meer aandacht moet worden gegeven aan de bestuurlijke kant van de reor-
ganisatie. De vraagt ligt dan voor de hand of het college de organisa-
tie-opzet van het bestuurlijk apparaat riog eens wil bekijken in wissel-
werking met de organisatie-opzet van het ambtelijk apparaat. Past dat
nog op elkaar. En of het de raad op zo kort mogelijke termijn wil laten
weten of dit riog wel het geval is. Het zou toch sneu zijn als bij de
evaluatie blijkt: "ambtelijke organisatie-opzet geslaagd, bestuurlijke
organisatie-opzet gezakt".
In de commissie voor personeel en orgariisatie heeft sprekers fraktie-
voorzitter bij herhaling gewezen op de ambtelijke verantwoordelijkhederi
met betrekking tot de financiën. Dit heeft geresulteerd in de toezeg-
ging door het college dat de scheiding van funkties en verantwoordelijk-