Bijlage II
Beleidsintenties 1986-1990
Algemenebestuursaangelegenheden
0. De leden van de raad maken openbaar welke funkties zij, anders dan uit
hoofde van hun raadslidmaatschapvervullen.
1. Een uitgangspunt van gemeentelijk bestuur is openbaarheidOok In een
vroegtijdig stadium, wanneer nog keuzen mogelijk zijn, wordt gestreefd
naar de grootst mogelijke openbaarheid
Commissievergaderingen zijn alleen besloten indien het belang van open-
baarheid niet opweegt tegen:
- de ekonomische en financiële belangen van de gemeente;
- het recht van een ieder op eerbiediging van de persoonlijke levens-
sfeer;
- andere aan de orde zijnde belangen.
De betrokken inwoners moeten in een vroegtijdig stadium d.m.v. huis nan
huis verspreide inforinatie worden ingeiicht dat zij hun oordeel kunnen
geven over plannen die speciaal henzelf betreffen.
2. Regens i.v.m. spreekrecht in commissievergaderingen worden ruimhartig
toegepast, hetgeen kan inhouden dat in bepaalde situaties bezoekers in de
gelegenheid worden gesteld ook nä de behandeling van een agendapunt het
woord te voeren.
3. Het houden van spreekuren (eventueel ambtelijk) voor bepaalde doelgroepen
wordt overwogen;
Om te beginnen wordt een proef genomen met een jeugdspreekuur (ambteJijk).
4. De gemeente legt zich in haar beleid toe op de stimulering en de onder-
steuning van de zelfwerkzaamheid en de verantwoorde1ijkheid van burgers
en hun organlsaties
5. Ter vervanging van 1.10.02.
Het kan wenselijk zijn taken over te dragen aan het (ïewestVoordat hier-
toe besloten wordtdient toetsing plaats te vinden of gemeentelijke be-
langenbehartiging uit een oogpunt van doelmatigheid en doeltreffendheid
gegeven het demokratisch bestuur, voordelen biedt, die opwegen tegen liet
verlies van gemeentelijke autonomie.
Beleidsglanning
6. Een systeem van integrale beleidsplanningwaaronder de periodieke herover-
weging van hestaand beleid, zal worden voortgezet.
Afspraken zullen worden geinaakt over de precieze procedure en de momenten
waarop de beslissingen worden genomen.
De invloed van de raad wordt niet beperkt.
Fi nanciën
7. Ter vervanging van 1.30.05.
flet ten laste van de burgers in stand houdcn van financiële reserves voor-
zover hieraan geen duidelijke bestemming is gegeven, zal achterwege blij-
ven. Benutting zal in beginsel geschieden in de vorm van het in één keer
afsclirijven van investeringenvoorzovor de omvang van de reserve groter
is dan 300.000,
- 75 -