n. waar in de bepalingen onder d. t/m j. wordt gesproken van ambtelijk inkomen, als bedoeid in artikel C 1 van de Aigemene burgerlijke_ pensioenwet, wordt daaronder verstaan het naar een volledige betrek- king herleide ambtelijk inkomen (inclusief vakantietoeslag) in de laatste volle maand, voorafgaande aan de datum van ingang van het wachtgeld, de uitkering, het pensioen, de uittreding of de opheffing, vervolgens aangepast met de wijzigingen in de bezoldiging van het Rijkspersoneelwelke een algemeen karakter dragen. De inpassingstabel 1 januari 1984 voor de salarisbedragen uit de bijlagen A, B en C van het B.B.R.A. 1984 ("Volwassenen"als bijlage II gevoegd bij de circulaire van de Minister van Binnen- landse Zaken van 23 december 1983, AB 83/U 24151, Directoraat- Generaal voor Overheidspersoneel 2. Het vierde lid komt te luiden: 4. Voor de berekening van de bijdrage, bedoeld in het eerste lid, blijft buiten beschouwing hetgeen de in het desbetreffende kalenderjaar te ontvangen bezoldiging meer bedraagt dan de maximum wedde (inklusief vakantietoeslag) genoemd in schaal 9 van bijlage B van het B.B.R.A. 1984 bij een volledige betrekking. 3. Het derde en zevende lid vervallen. 4. Het vierde, vijfde, zesde en achtste lid worden vernummerd tot derde, vierde, vijfde en zesde lid. 5. In het tot zesde lid vernummerde achtste lid van artikel 10 wordt voor "bedoeld in het zesde lid" gelezen bedoeld in het vijfde lid. ARTIKEL V. Artikel 36, tweede lid vervalt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1986 | | pagina 13