410
18 decemher 1986
Genoemd kunnen worden:
- het verhogen van het aktiviteitensubsidie van Centrum 111;
- het accepteren in de formatie van 38 uur conciërge blj Centrum 111.
Twee problemen die al jaren spelen. Sprekers fraktle kan zich in grote
lijnen verenigen met de subsidievoorstellen inzake de peuterspeelzalen.
Dat in het kader van de spreiding van voorzieningen een peuterspeelzaa!
in de Bllzzard wordt ingebracht is verheugend, dat dit budgettair neu-
traal geschiedt door een verschuiving van groepen van de lokatie 't Honk
naar de Glip heeft haar instemming. Het behoefte-onderzoek en de daar-
uit voortvloeiende wachtlijstberekening wekt een betrouwbare indruk,
echter het blijft gebaseerd op een prognose; en prognoses komen niet al-
tijd uit. Zij vindt dan ook dat indien mocht blijken dat de verwachtin-
gen zoals die er nu voor 1987 zijn anders uitpakken, dat dan tijdelijke
maatregelen getroffen dienen te worden. Het college schrijft dat terecht
op de pagina's 20 en 21 van de notitie.
£en ander punt dat zijn fraktie wil noemen betreft de voorgenomen sala-
riëring van de peuterleidsters. Het is het voornemen om de rechtsposi-
tie van de mensen te verbeteren door de CAO-welzijn van toepassing te la-
ten zijn. Spreker denkt dat dit een goede ontwikkeling is, immers het
geeft mensen een betere positie ook in de sekundaire arbeidsvoorwaarden-
sfeer. Het college verbindt daaraan echter een aantal randvoorwaarden.
In het sociaal-kultureel programma 1987 staat op pagina 37 dat bij de
behandeling van deze subsidieverzoeken voor 1987 nog geen rekening is
gehouden met de uitgangspunten, opgenomen in de nota club- en buurthui-
zen c.q. notitie peuterspeelzalen. Er zal daarover eerst overleg moeten
plaatsvinden met de besturen van instellingen op het terrein van het
peuterwerk. Het is in het verlengde van deze passage dat sprekers frak-
tie nu nog geen oordeel wil geven over de genoemde randvoorwaarden.
Zij wil eerst de resultaten van dit overleg kennen alvorens zich over
de randvoorwaarden uit te spreken. Graag verneemt zij of het college
deze zienswijze kan rechtvaardigen en of het haar na het gevoerde over-
leg over de resultaten wil informeren.
Spreker wil ook iets zeggen over de systematiek, zoals die 1n de nota
wordt beschreven bij de aktiviteiten in kategorieën noodzakelijkzeer
gewenst en gewenst. in goed overleg is de werkgroep tot een indeling
van aktiviteiten gekomen en het college heeft dat overgenomen. Daarmede
wordt deze indeling tevens een bestuurlijk instrument, waarbij'dit als
sleutel kan dienen voor het kunnen uitvoeren van aktiviteiten. Hët is
de kracht van een club- en buurthuis dat het een veelheid en diversi-
teit van aktiviteiten biedt. Ontmoeting, ontspanning en leren zijn de
drie peilers van het club- en buurthuiswerk dat zich in vele vormen
met een rijke schakering voordoet, zo las spreker ergens, waarmee hij
het eens is. Hu lijkt het voor de hand 1iggend dat 1n tijden van minder
financiële mogelijkiteden rekreatieve aktiviteiten het eerst het loodje
leggen. Toch zijn dit wellicht gevaarlijke gelegenheidsargumenten.
Ook goede rekreatieve en/of kreatieve aktiviteiten hebben grote intrin-
sieke waarden, 6ôk in edukatieve zin. Het club- en buurthuiswerk heeft
een funktie als alternatieve "speel-leer"-plekwaar in en om het woon-
huis mogelijkheden beperkter zijn geworden en spelen op straat al veel
te gevaarlijk is. Het mag en kan daarom niet zo zijn dat de funktie
wordt verengd tot het bieden van mogelijkheden aan vooral probleemgroe-
pen of ingewikkelde processen. Dat ook ja, maar de wisselwerking van âén
en ander is van fundamenteel belang.
Bestuurlijke eisen kunnen heel doelmatig zijn maar ze dienen met voor-
zichtigheid te worden gehanteerd. Immers, ze kunnen leiden tot selektie