42?
18 december 1986
Er is niet genoemd de situatie in 1982 waarbij aan de huidige bevolking
van het woonwagenkamp gevraagd werd of er uitbreiding van dat kamp ge-
wenst was. Het antwoord, gelezen in de notulen, is nee. Het college zat
dus voor de vraag: komt er een uitbreiding, en zo ja, waar De Vogel-
buurt is in wezen in oktober officieel vervallen, het college heeft
duidelijk de informatie 1, 1J maand eerder gehad, de raad werd eind
september vertrouwelijk geïnfonneerd, begin oktober informeerde het col-
lege de buurt en haif oktober is daar de inspraak. De mensen reageren
dan met een zekere scepsis van: hoe snel gaat dit.
Eén van de aspekten - die het college bekommentarieerd - is het begrip
piëteit; een katholiek kerkhof is er heel dichtbij gelegen, op een af-
stand van minder dan 50 meter. Bij navraag zijnerzijds is spreker ge-
bleken dat op de plek waar het woonwagenkamp komt, in het verleden een
zwembad gelegen heeft, tot ongeveer 20 jaar geleden, en naar informatie
heeft dat daar 30, 40 jaar gelegen. Is men in de huidige tijd oneerbie-
diger dan de voorvaderen Sprekers antwoord daarop is nee. Hij denkt
dat waar in het verleden kinderen liebben kunnen speien, hebben kunnen
zweimien, er ook een bepaald geluidsaspekt is geweest, en dan mogen
daar momenteel mensen wonen. Dat daarin een verschil van situatie voor
de buurt komt, een situatie die mensen niet verwacht hebbcnis daar-
uit het resultaat. Het is deze zekerheidsaantasting voor de buurt die
mensen met emotie beweegt. Spreker denkt dat daannee een stukje ver-
klaring is gegeven voor de emotionele reaktie van een buurt, die te
begrijpen is, zeker als men praat over begrippen als mensen denken dat
hun pand in waarde vermindert en zeker als mensen denken dat er onzorg-
vuldig met overledenen wordt omgegaan. Naar de taxatie van zijn frak-
tie is dat niet het geval en is het college zorgvuldig bezig geweest.
Het enige punt blijft: de haast.
Wat betreft het punt informatie, hebben de bewoners van de buurt die
daar gebouwd is de gedachte gehad dat ze op een stuk terrein woonden
tegen een park aan. Het blijkt nu dat dit soort zekerheidsverwachtin-
gen gelogenstraft wordt. Het is een terrein dat inzetbaar is. Over
de noodzaak hoeft spreker niet te praten. în de commissievergadering
is dat duidelijk aangegeven: daar waar als een wagen weggaat betonnen
palen neergelegd worden, is sprake van een zeer bedreigde situatie voor
mensen. Of men dan praat over woonwagenbewoners of welke andere bevol-
kingsgroep ook, is niet relevant. Wel is relevant het aspekt, dat er
nu voor een bedreigde groep in een heel gunstige situatie een prachtig
stuk terrein beschikbaar wordt gesteld om te wonen. Dat heeft ook weer
bij de insprekenden de reaktie gegeven; waarom zij welzelfs niet op
eigen kosten, en wij niet Spreker denkt dat de bedreiging van de
groep deze uitzonderingssituatie eigenlijk aangeeft en rechtvaardigt.
ilet beleid van het college is niet anders dan het beleid van de rijks-
overheid. In een aanpalende gemeente is er enkele jaren geleden een
school verbouwd staande op de erfafscheiding van schoolterrein en kerk-
hof. Het is een verdiepingsschoolwaarbij dus de kinderen op éên hoog
tegen het kerkhof aanzitten; het is een kerkhof dat in gebruik is en
men heeft de afspraak dat als er een begrafenis is, de school zich daar
wat van aantrekt. Spreker denkt en verwacht dat dit eigenlijk ook een
kwestie van automatisme zal zijn bij de bevolking die in het kamp komt
te wonen.
Daarmee wil spreker afronden met de instemming van zijn fraktie met het
voorstel