400
1B december 1986
hand zijn zorgen ult over de uitkomst van de diskussie naar aanleiding
van de cultuurnota en hoopt dat het meevalt. Hevrouw Karssen zegt in aan-
sluiting daarop dat het niet juist is om een diskussie over wat men met
kunstenaars doet en in boeverre inen een atelierruimte kan of wil bieden,
op te hangen aan één ad hoc-geval.
Spreekster denkt dat dit op zich ook juist is en dat men die diskussie in
zijn algemeenheid dan ook maar moet voeren aan de hand van de cultuurnota.
Wat mevrouw Karssen gezegd lieeft over de medewerking aan tijdelijke oplos-
singen spreekt spreekster wel aan, in die zin, dat keer op keer blijkt dat
als het gemeentebestuur medewerking heeft verleend aan een tijdelijke op-
lossing - er is dan een noodsituatie, de gemeente heeft nog een oude keet
en die kan dan zolang neergezet worden voor een kunstenaar, een padvinders-
groep, een vereniging, enzovoort - zij dan haar eigen bereidwi1iigheid om
aan dat soort tijdelijke oplossingen mee te werken weer tegenkomt, omdat
het na verloop van tijd vrijwel onmogelijk blijkt om aan een dergelijk
voortbestaan een eind te maken zonder dat dit grote onvrede teweeg brengt.
Hen gaat dan steeds voorzichtiger opereren met het verlenen van medewer-
king aan dat soort zaken en spreekster denkt dat dit in niemands belang is.
Zij is bang dat de gemeente dan uit pure voorzlchtigheid erg star tewerk
zal gaan en dat zou zij betreuren.
De heer Borghouts verwerpt dat het meest wezenlijke argument door zijn
fraktie niet betrokken zou zijn in de diskussie. Men kan alieen konklude-
ren dat zijn fraktie het op grond van de huidige situatie aanvaardbaar
acht dat de atelierruimte ruimtelijk gezien blïjft bestaan. Als argument
daarvoor heeft zij onder andere gewezen op een muur van 35 meter, die dich-
ter bij de te bouwen wonirigen staat dan het atelier dat er nu al staat,
met andere woorden: die tijdelijkheid hoeft voor haar, gezien de situatie,
niet meer tijdelijk te zijn.
Overigens is sprnker met mevrouw Bierman van oordeel dat een gemeente na-
tuurlijk niet gedwongen kan zijn, als iets tijdel1jk wordt toegestaan,
daarmee ook rechtens die tijdelijke situatie voor altijd toe te laten.
Maar om te zeggen dat zijn fraktie dat argument niet heeft meegewogen,
gaat voorbij aan haar argumentatieHevrouw Karssen is op een standpunt
van 1976 blijven staan, sprekers fraktie niet, dat is het verschil.
Mevrouw Karssen heeft de argumentatie van de PH-fraktie ook op beide
andere delen weerlegd.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt be-
sloten.
10. Brief van de heer J.H. van Paradijs, namens een bewonersgroep Cainp-
laan-west, d.d. 23-10-1986, inzake de plaats van de weekmarkt.
Burgemeester en wethouders stellen voor de bewonersgroep te antwoor-
den overeenkomstig de koncept-brief
11. Besluiten van gedeputeerde staten tot goedkeuring van de begrotings-
wijzigingen model .1, 1986 nrs. 43, 50 en 51, alsmede van het grondbe-
drijf 1986 nr. 9.
12. Brief van burgemeester en wethouders van llaarlem d.d. 18- 11-1986,
waarbij wordt aangeboden:
a. het beleidsplan emancipatie 1986-1990;
b. het aktieplan emancipatie 1987;
c. een voorlichtingskrantwaarin de helangrijkste voorriemens zijn
vermeld.
