25 juni 1987
166
haar belangen te dienen. Dat is ook een punt waardoor het lid zijn van
een vertegenwoordigend orgaan in deze tijd ook steeds zwaarder wordt.
We leven in een tijd dat we terug moeten en dat we nu en dan voor in-
krimpingen en narigheden de verantwoordelijkheid moeten nemen. Dat le-
vert een andere positie op dan in een tijd waar men het alleen maar kan
hebben over zaken die men al dan niet nieuw erbij zou willen doen.
We staan nu al een groot aantal jaren voor de verdediging van datgene
wat wij de essentie menen te moeten vinden van het gemeentelijk gebeu-
ren en die hardheid geeft weliswaar een extra kick aan de zaak, maar dat
geeft ook werkelijke hardheid in het dagelijks leven, waardoor men niet
kan zeggen dat dit een lichte nevenbaan is die men er even bij moet doen.
Ik kwam uw vrouw wel eens in het dorp tegen en dan zei ik: morgen hebben
we weer raad, of volgende week zie ik uw man weer in de raad en dan ant-
woordde ze: hij komt om 7 uur, of om 8 uur, hij zit nog in Sjanghai, maar
hij vliegt wel weer in. Wat ik altijd in u gewaardeerd heb: u vloog dan
inderdaad in, maar het was net of u zo kort geleden niet ingevlogen was,
het leek of u er altijd geweest was. U heeft zich nooit ergens op laten
voorstaan. U zei nooit: gisteren was ik in Shanghai; dat hield u buiten
de touwen, maar u dacht daar natuurlijk wel aan. Dat vergde dan iedere
keer weer omschakelingen die noodzakelijk zijn.
Ook in dat opzicht hartelijk dank voor de discipline die u daarin heeft
willen opbrengen; daar hebben we van geprofiteerd.
Ik heb u mogen meemaken als fraktievoorzitter in de commissie algemene
bestuurszaken. U was de typische generalist. Wat dat betreft hebben we
het elkaar op een enkel marketingpuntje na nooit zo moeilijk gemaakt.
De brede blik en begrip was altijd aanwezig en dat was belangrijk voor
de gang van zaken.
De commissie beroep- en bezwaarschriften is een belangrijke commissie,
waar ik niet inzit, maar ik heb altijd de indruk dat daar een gigantische
hoeveelheid denkwerk verricht moet worden. In ieder geval is dat een be-
langrijke juridische zaak, waar de raad ook zelf zo nu en dan gekonfron-
teerd wordt met bezwaarden. Bij de regionale brandweer heb ik u wel eens
gemist, dus ik weet niet zo veel van wat ik in dat verband tegen u zou
moeten zeggen. Maar de sport en rekreatie en de ruimtelijke ordening
daarentegen heeft u veel intensiever bezig gehouden en om niet te verge-
ten de commissie financiën, waar u nogal eens met de heer Baar van ge-
dachten heeft kunnen wisselen over belangrijke financiële zaken en waar-
in u de V.V.D.-vlag bekwaam heeft verdedigd.
Financiën blijft toch iedere keer weer de kern van de zaak.
Wij zullen uw inbreng missen, we zullen uw zakelijkheid missen en we zul-
len ook uw relativiteit missen ten aanzien van de eigen plannen die we
opgebouwd hebben. We hebben het er met elkaar al vaak over gehad dat men-
sen weg gingen, maar als men nu ziet dat de heer Borghouts ook weggaat,
dan is er zo 1angzamerhand van de club die dit allemaal bedacht heeft al-
leen nog de heer Baar over en die krijgt het dan zo langzamerhand steeds
moeilijker om de zaak overeind te houden, want niemand is méér gelovig
dan dat men zelf mede tot de bedenkers heeft behoord. U was wat dat be-
treft iets kritischer; we vonden het altijd prettig om te merken dat u
de zaak ook wat kon relativeren. Nieuwkomers denken in het begin altijd
dat dit de enige manier is waarop men het kan doen. Als men wat langer
zit dan wordt men wat kritischer, maar nu gaat u weer weg, hetgeen ik
buitengewoon betreur. Ik heb voor u een cadeautje dat echter wel gestruk-
tureerd is. Het is geen grote verrassing, want het is een standaardca-
deau voor de weggaande raadsleden, namelijk een schets van de Blekers-
vaart; er is veel over gepraat en veel over gedacht. Ik dank u voor dat-
gene dat u heeft ingebracht. Het ga u wel." (applaus)