25 juni 1987
172
werking tussen u, tussen het gemeentebestuur, tussen het college en de
frakties, deze kabelkrant tot stand is gekomen en dat het wellicht een
voorbeeld is van een goede samenwerking in een prettige gemeente.
Ik zal er dan eens bij glimlachen denk ik. Maar zo vinden nu êënmaal
vele beslissingen plaats door over heuvels en door dalen te gaan, met op-
rispingen en met prettig overleg.
Ik heb enige tijd geleden een papiertje uit de krant gescheurd omdat ik
wist dat ik zou gaan vertrekken. Daarboven stond - ik hoop niet dat het
voor anderen als een schok gekomen is - het zware leven van gemeente-
raadsleden. Dat stukje sloeg op het verhaal dat u ook heeft aangehaald
van de meneer uit Den Haag, het V.V.D.-fraktielid, die plaatsvervangend
griffier in de Tweede Kamer was, die daar is teruggetreden en zo toch
even wat waarheden, uit mijn optiek dan en een deel van de problematiek
zoals hij dat zag op tafel heeft gelegd. In dat verhaal staat onder meer:
en daarmee dreigen niveauverlies, verminderde representativiteit en kleur
verschraling van de plaatselijke volksvertegenwoordiging; dergelijke ver-
schijnselen zijn hier en daar al zichtbaar. Toen ik dat las voelde ik me
even groeien. Ik dacht: nu ga ik binnenkort weg en met mij nog twee an-
dere raadsleden en misschien zou dat ons ook wel op het lijf geschreven
zijn. We gaan weg, kleurverschraling treedt alom op, verminderde repre-
sentativiteit ook heel duidelijk, om over het niveauverlies maar niet te
praten.
Ik vertelde u al dat het enige tijd geleden in de krant heeft gestaan,
dus ik heb enige tijd gehad om me daarover te bezinnen en ik meen dat
wij met een gerust hart kunnen opstappen. Ik heb ook in een interview in
het Haarlems Dagblad gezegd dat ik er van uitga dat over enkele maanden
niemand meer weet wie nu op deze plaats gezeten heeft of niemand die daar
nog bij stilstaat. Als men het vraagt dan zal men zeggen, wie zat daar
ook alweer, was dat niet die Borghouts, ja dat was die man met die baard.
Zo gaat het natuurlijk. Ik denk dat we - u heeft dat zelf ook gezegd -
gezegend zijn met mensen die ons toch heel goed kunnen vervangen.
Waarom ook niet?
Eên ding wil ik wel opmerken en dat is dan misschien toch enigszins aan-
sluitend bij de gekonstateerde problematiek en dat is dat de inbreng en
de invloed van vrouwen tenminste hier in de gemeenteraad allengs groter
is geworden. Althans ik heb dat mogen konstateren tijdens mijn raadslid-
maatschap. Ik denk dat het in andere gemeenteraden en misschien provin-
ciale staten ook zo is. Dat komt natuurlijk voor een deel voort uit het
feit dat een aantal vrouwen wat flexibeler is wat betreft de indeling
van hun tijd. Ik ga niet refereren aan het huisvrouw zijn, dat is een
platgetreden pad en zo bedoel ik het ook niet, maar wellicht ziet men
die accent-verschuivingen toch wel om deze reden plaatsvinden.
Als ik naar mijn eigen fraktie kijk dan zou ik zeggen dat het heft hele-
maal wordt overgenomen, er is een 3 vrouws-troica aan het roer getreden,
we hebben twee vrouwelijke wethouders, er komt êén vrouwelijke fraktie-
voorzitter. Ik moet er niet aan denken dat ik daarbij als man in de frak
tie zou zitten; wat dat betreft is het misschien tijd dat ik opstap.
Ik wil afsluiten door toch een beetje serieus vooruit te kijken en zeg-
gen - u heeft het zelf gezegd toen u citeerde uit de notulen van vrij
wat jaren geleden - dat de raad zo'n jaar of tien geleden zich nog uren
kon drukmaken over lijsten A tot en met D en misschien wel 1 tot en met
16, wie nu waar vöôr was en wat nu waarop moest. Die zakelijkheid, die
ik overigens van harte aanhang, heeft langzamerhand een grotere grip
gekregen op het gebeuren in de gemeenteraad en ik denk ook onontkoombaar
Wij gedragen ons natuurlijk ook in de raad zoals de tijd is en die tijd