25 juni 1987 I74 moeten ze ook maar inet het gezoride verstand doen net als ik, dus ik lig maar êên commissie achter". Dat was voor mij een hele opluchting. Enige tijd later ging ik me realiseren dat ik, al had ik dan geen be- roepsleven achter de rug, toch wel het één en ander gedaan had en dat ik in eindeloos veel besturen had gezeten van kleine en grote orgainsa- ties en dat me dat vertrouwd had gemaakt met het besturen. Ik vond het toch wel prettig dat ik toen ontdekte dat hier toch iets was dat ik heel goed kon gebruiken. Iloe bestuur je nu? Besturen is natuurlijk iets dat je inhoudelijk doet. U heeft mij er bij tijd en wijle in de raad ook al eens over horen praten. Ik denk dat elk besluit, hoe simpel of hoe groot het ook is, altijd moet worden ingebed in een lange termijn visie, je moet weten wat je wil, je moet een beleidsvisie hebben op elk onderdeel Dan komt er weer zo'n stuk de bus inrollen, je bekijkt het eens en je denkt: wat wil ik daar nu mee? Pas als je eerst duidelijk ja of nee hebt ga je kijken of het ook uitvoerbaar is en of er geld voor is. Maar als je het omdraait en je gaat eerst de financiën een rol laten spelen - dat kan je natuurlijk ook met lijst I en II doen - dan ben je naar mijn inzicht fundamenteel verkeerd bezig. Gelukkig stellen wij hier meestal wel de vraag: wat willen wij. Dat pakt ook wel eens wat moeilijk uit, maar dat is toch de manier van besturen waarvan ik denkt dat het de juis- tG is. Nu moet je over dat besturen af en toe natuurlijk ook praten, want het gaat niet alleen schriftelijk. Dus we praten in commissies en în de raad. U voegde mij toe dat ik de gave had de dingen op een rijtje te verwoor- den en u dacht zelfs dat ik uit het onderwijs kwam. Dat is dus niet zo, maar als ik iets vertel dan probeer îk wel het zoda- nig logisch op te bouwen dat een ander - die er misschien mets van weet - van meet af aan mijn gedachtengang zal kunnen volgen. Dat lukte met altijd, zoals met name Saskia en Sjoukje zich zullen herinneren. Ik ben een keer grandioos onderuit gegaan. Ik kwam gelijk met de heer Solleveld in de raad en in de commissie ruimtelijke ordening en we wer- den meteen in het diepe gegooid met die hele toestand van de Blekers- vaartweg, de huizen, de projektontwikkelaars en Albert Heijn met zijn 208 bezwaarschriften. Ik denk dat het daardoor ook wel snel leerde. Maar toch onervaren als ik was, ik had mijn stukken wel goed gelezen, ging ik naar de R.O. coninissievergadering. Tot mijn overrompeling waren bij die vergadering over dat onderwerp de bewoners van de Blekersvaart de Koediefslaan en van ver in de omtrek alle bewoners aanwezig; kortom de burgerzaal zat bomvolHet publiek krijgt in de eerste ronde het woord en toen kwamen wij aan zet. Voor de VVD voerde mevrouw Van der Pas het woord, voor PH mevrouw Noorman en ik heb ook wat gezegd. De toenmalige wethouder was zo koulant om tussen de eerste en tweede termijn de publie- ke tribune nog eens gelegenheid te geven om te reageren. Toen stond er een bekende en beminde Heemsteedse burgeres op en zei: ik wil nog wat zeggen over dit onderwerp, maar voordat ik dat doe moet me even îets van tiet hart. Mevrouw Noorman was helder en duidelijk, mevrouw Van der Pas had een goed betoog, zo zei ze, maar het verhaal van mevrouw Karssen was minnetjes. Oef, en dat in een volle zaalZo'n ervaring helpt je natuur- lijk wel over de schroom heen als je onverwacht voor een volle zaal komt, zodat je in zo'n situatie je verhaal enigszins opbouwt en je niet laat overdonderen door 100 of 200 mensen in de zaal. Waarom vind ik het ver- velend om weg te gaan en wat vind ik hier fijn? Twee dingen: het werk en de sfeer in huis. U heeft de commissies waar ik lid van was bijna alle- maal opgesomd. Nu ben ik het met u eens dat emancipatie mijn hart heeft. Ik vond alle commissies leuk, maar ik denk dat emancipatie eigenlijk

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1987 | | pagina 19