25 juni 1987 164 nogal wat pretenties hebben en terecht. Het stelsel waarin men moet wer- ken in de moderne samenleving en daar hoort Heemstede zeker bij, is zeer verfijnd en intensief en is soms wel eens te intensief. Ik heb deze week een vergadering van de Kennemerraad bijgewoond en dan staat men verbaasd dat daar zoveel tijd mee heengaat en hoeveel herhalingen er zijn. Hetzelfde verschijnsel ziet men hier ook wel eens. Is er voldoende zelf- discipline bij de politiek, is er voldoende efficiëncy in behandeling, want als men wat efficiënter zou kunnen werken dan zou het voor een aan- tal mensen misschien wat gemakkelijker zijn om de tijd te besteden die eraan besteed wordt. De laatste jaren is terecht veel aandacht gegaan naar ons ambtelijk appa- raat. We hebben sterk in ons zelf en naar het ambtelijk funktioneren ge- keken. Ik heb geen kritiek op de politieke partijen, ik erken alleen de zware taak dat ze hier leiding en richting moeten geven aan een proces dat van uitzonderlijk belangrijke betekenis is en dat wordt wel eens on- derschat als men de wijze ziet waarop daar in de publiciteit mee wordt omgegaan. Het valt op dat men de laatste jaren veranderingen aanbrengt - en dat is begrijpelijk - juist bij mensen die zware funkties hebben in de samenle- ving. Ik noem u twee voorbeelden en daar bedoel ik geen politieke uit- spraak mee te doen. Ik bedoel de kwestie van de burgemeester van Breda. U kent de hele zaak, daar heeft men gekozen voor iemand die niet zo zwaar in de maatschappij staat. En even daaraan voorafgaand, het niet meer plaatsen op een lijst van iemand die lid van een raad van bestuur is. Dat zijn tendenzen die je nu ziet. Aan de ene kant wordt er grote pro- fessionalisering gevraagd, dan rijst de vraag: moet men het dan zoeken bij mensen die zware funkties hebben met de ervaring die men meeneemt, of moet men het juist zoeken bij mensen die het vak al spelenderwijs le- ren. Dat is een probleem waar je niet zomaar uitkomt, waar iedere partij zijn eigen afweging uit moet halen, maar het feit van de nevenfunktie is zowel een voordeel als een nadeel voor de politiek. Men zou dat ook kun- nen verlichten als de efficiëncy in het handelen groter zou worden, dan zou men ook gemakkelijker dingen kunnen kombineren en dan zou het niet te zwaar worden en dan zou er niet te snel kritiek zijn op het funktio- neren van de mensen die toch beide zware dingen moeten doen. Ook dat is niet bedoeld ten opzichte van de drie mensen die weggaan, maar het zijn vraagstukken die zich op een veel kleiner niveau zo nu en dan bij ons ook voordoen en waarom zou je dat niet eens zeggen. Bij ons is natuur- lijk het verschil van iemand die 10 jaar heeft gediend anders dan ie- mand die 5 jaar heeft gediend. Dat ligt dan meer in de problematische zône, maar ik denk dat we ons er heel goed van bewust moeten zijn en zeer dankbaar moeten zijn dat er telkenmale weer mensen zijn die bereid zijn om het over te nemen en hun volle aandacht eraan te geven. Die mensen weten over het algemeen en dat is het grote voordeel van de bijzitters en de meelopers of hoe deze funktionarissen ook mogen heten, heel goed wat er gaande is, want zij draaien gewoon in de frakties mee en de politiek heeft er allerlei dingen voor verzonnen, al hoop ik dat we hier niet komen tot schaduwcommissieleden of iets van dien aard, want dat is een heel vérgaande variant. Dat is in Haarlem ook al van toepas- sing op commissievergaderingen en is een symptoon hoe belangrijk het is dat men het korps van betrokkenen zo groot en zo bij mogelijk houdt ten aanzien van de zaken die er spelen. Wat dat betreft kan men daar begrip voor hebben. Behalve de efficiëncy in de organisatie speelt de lengte van de vergade- ringen ook een rolVanavond geven we een uitzonderlijk voorbeeld voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1987 | | pagina 9