27 augustus 1987 192 en nu verwerkt zijn in het stuk dat op tafel ligt. Daarbij is geregeld dat als êën van de bedrijven een andere bestenming krijgt, in dat per- ceel niet opnieuw een horecabedrijf gevestigd mag worden, een soort uit- sterfregeling op termijn dus. Drie horecabedrijven is voorlopig dus nog een gegeven. Zijn fraktie hoopt en vertrouwt, dat de bestaande bedrijven eraan zullen meewerken om over- last voor de buurt zover het in hun vermogen ligt zoveel mogelijk te be- perken en verder dat, indien er een beroep wordt gedaan op de politie, deze daaraan steeds de nodige aandacht zal schenken. Wethouder mevrouw Bierman antwoordt dat het economisch proces zich niet geheel laat sturen, het voltrekt zich soms ook erg langzaam, vrij- wel onmerkbaar. Zij denkt dat dit het geval is geweest toen geruime tijd geleden een bedrijf bedrijfsmatige activiteiten begon te ontwikkelen aan de Pieter de Hooghstraat. Men kan zich dat voorstellen: het begint met het stallen van een paar caravans en in de loop der tijd groeit het uit tot iets dat toch echt als een bedrijf of een bedrijfsmatige activiteit wordt aangemerkt en waar dan plotseling wel hinder van wordt ondervon- den en waar ook de nodige vergunningen voor moeten worden aangevraagd. Achteraf kan men dan zeggen dat mogelijk door de gemeente niet geheel attent daarop gereageerd is, maar dat is op dit moment alleen maar ach- teraf gepraat. Zij denkt dat het door allen - dat is ook de teneur van hetgeen door de sprekers gezegd is - als een gegeven moet worden be- schouwd dat er al heel lang een bedrijf gevestigd is aan de Pieter de Hooghstraat en dat het legaliseren van die feitelijke situatie middels dit bestenmingsplan een logische zaak is. De drie horecabedrijven aan de Jan van Goyenstraat veroorzaken behoor- lijk wat hinder. Het zou onzinnig zijn om dat te ontkennen, althans die hinder wordt door de omwonenden zo ervaren en klachten bereiken het col- lege daarover. De vraag is of die hinder een onaanvaardbaar niveau be- reikt. Het college meent van niet. Men kan dat ook opmaken uit het com- mentaar op de bezwaarschriften. De heer Boonstra zegt en hij volgt daar- bij ook met name mevrouw Beets, dat het zeker zo zou moeten zijn dat een betere contrôle wordt uitgeoefend dat die hinder minstens een zeer aan- vaardbaar niveau bereikt, zo die zich daar al niet bevindt. Mevrouw Beets heeft gewezen op het eigen karakter, zij het een verande- rend karakter, van de Jan van Goyenstraat. Op zich passen in een derge- lijke winkelstraat horecavestigingen. De vraag is als men het helemaal voor het uitzoeken had, of men er dan drie naast elkaar zou willen heb- ben of een betere spreiding zou willen bewerkstel1igen. Dat is een ge- geven, ontstaan uit het verleden en ook daar wordt de gemeente gecon- fronteerd met een feitelijke situatie. Het college heeft gemeend op deze manier op termijn die zaak beter te kunnen begeleiden en zelfs afweging te kunnen maken in de wat verder gelegen toekomst en dat dit toch een positief punt zou zijn. Wethouder mevrouw Van der Pas zegt dat in een bespreking inzake de handhaving van de mi1ieuwetgeving al de conclusie is getrokken dat er zeer nauwlettend zal moeten worden gekeken of de maatregelen die geno- men moeten worden om de hinder tot een minimum te beperken ook gehan- teerd zullen worden. Mocht dat niet zo zijn dan zal de gemeente bereid moeten zijn om sancties toe te passen. De voorzitter wil ten aanzien van het politiebeleid erop wijzen, dat het belangrijkste instrument dat in deze als criterium geldt de slui-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1987 | | pagina 11