187
27 augustus 1987
Wethouder mevrouw Biennan antwoordt, op het gevaar af vooruit te lo-
pen op de eigenlijke evaluatie, waarvoor het college uiteraard voorzover
dat mogelijk is zal trachten een zo duidelijk en concreet mogelijk onder-
bouwd inzicht te geven in de ervaringen van dit laatste jaar en uiteraard
daarmee samenhangend de vorige twee jaren, dat een aantal voorzichtige
conclusies toch op zijn plaats lijken.
De gemeente heeft de ruimte gekregen, dankzij het standpunt dat de pro-
vincie heeft ingenomen met betrekking tot het uitstel, om rustig aan het
eind van het jaar te evalueren. Dat was tot voor kort niet bekend en het
leek erop dat een aanzienlijk bedrag ongebruikt zou blijven en dus weer
zou verdwijnen in de provinciale kas, hetgeen natuurlijk buitengewoon te
betreuren zou zijn geweest. Dat uitstel betekent dat de gemeente zich de
luxe kan veroorloven wat rustiger aan het eind van het jaar - zoals ook
was afgesproken - de zaken op een rij te zetten.
1985 was het eerste jaar dat gewerkt is zoals er nu ongeveer gewerkt
wordt. Dat betekende dat het college dat eerste jaar nogal voorzichtig
is geweest met de publiciteit omdat men de effecten moeilijk kon overzien.
Het bedrag was niet zo groot en men wist niet hoeveel mensen zich zouden
melden. Er is dat jaar dus voorzichtig omgegaan met de publiciteit en er
is toen duidelijk overgehouden. Dat betekent dat dit in het volgend jaar
nadrukkelijker is aangepakt. Er zijn ook meer aanmeldingen geweest en
een behoorlijk bedrag - het hele budget - is gebruikt. Er blijkt nu van
een krasse afname sprake te zijn, een daling van aanvragen en ook van
toegewezen bedragen. Niet omdat men er niet van weet of dat de publici-
teit onvoldoende is, die is wel degelijk voldoende geweest, er wordt ook
veel informatie gevraagd, er worden folders opgehaald en er wordt monde-
ling informatie gevraagd. Haar mensen komen voor een belangrijk deel
niet meer terug, vermoedelijk omdat ze het te ingewikkeld vinden in re-
latie tot het rendement dat het hun in hun persoonlijke omstandigheden
kan opleveren.
Het college zal daar ongetwijfeld op terugkomen. In welke zin de rege-
ling na dit jaar, na de ervaring die er dan is, zal moeten worden aange-
past, zal een discussie binnen het college en de raad opleveren. Spreek-
ster wil daar thans niet op vooruit lopen.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt be-
sloten.
IV. Benoeming leden in commissies.
Uitgebracht werden 19 stemmen op mevrouw drs. J.R. Beets-Hehewerth en
drs. R.W.F. van Schalkwijk als lid en op de heer H.J.G. Bleekemolen en
mevrouw H.A.Th.G. IJsselmuiden als plaatsvervangend lid van de commissie
voor algemene bestuurszaken; op de heer drs. A.J.C. Röllich als lid en
op de heer drs. E. van der Zwaag als plaatsvervangend lid van de commis-
sie voor volksgezondheid; op mevrouw L.G.W.J. de Zwart-de Gier als lid
en op mevrouw B.L. de Haze Winkelman-Hoes en de heer drs. R.W.F. van
Schalkwijk als plaatsvervangend lid van de commissie voor ruimtelijke or-
dening en volkshuisvesting; op de heer drs. R.W.F. van Schalkwijk als lid
van de commissie voor sportzaken; op de heer drs. A.J.C. Röllich en me-
vrouw L.G.W.J. de Zwart-de Gier als plaatsvervangend lid van de coirmis-
sie voor onderwijs; op mevrouw L.G.W.J. de Zwart-de Gier als lid van de
commissie voor milieu en middenstand; op mevrouw drs. J.R. Beets-Hehewerth
en op de heer drs. R.W.F. van Schalkwijk als lid en op de heer N.H. Geels
als plaatsvervangend lid van de commissie voor financiën en beleidsplan-
ning; op de heer drs. E. van der Zwaag en mevrouw L.G.W.J. de Zwart-de
Gier als lid en op de heer drs. E. Veen als plaatsvervangend lid van de