189
27 augustus 1987
Mevrouw Beets zegt dat de V.V.D. in de commissie ruimtelijke ordening
akkoord is gegaan met het bestemmingsplan Schilderswijk op éën onderdeel
na, namelijk de Jan van Goyenstraat. Dat beraad betrof zeker niet de in
dit plan opgenomen uitbreidingsmogelijkheden voor de winkeliers. Haar
fraktie vindt het een heel goede zaak dat het college heeft willen tege-
moetkomen aan de ontwikkelingen die zich daar voordoen. Dus enerzijds
zeker tevreden, zelfs wel meer dan dat. Anderzijds heeft haar fraktie
grote zorgen met betrekking tot de Jan van Goyenstraat. Spreekster doelt
daarbij op de drie aan elkaar grenzende horecavestigingen in deze straat.
Om misverstanden te voorkomen: de V.V.D. is niet tegen horeca als zoda-
nig; de V.V.D. is er wel tegen als deze de omgeving overlast bezorgen.
De combinatie van winkels en horeca is in een winkelstraat een voor de
hand liggend gegeven. De vraag rijst echter of de Jan van Goyenstraat
een winkelstraat is zoals bijvoorbeeld de Binnenweg. Haar fraktie is ge-
neigd die vraag ontkennend te beantwoorden, omdat de situering en de be-
bouwing duidelijk verschillen. Ontstaan als een straat waarin zich een
aantal kleine buurtwinkels bevonden ten behoeve van de direct omwonenden,
gemakkelijk en vanwege het eigen karakter zeker niet storend, is deze
straat uitgegroeid tot een klein goed gesorteerd winkelcentrum, dat nog
steeds een heel duidelijke functie heeft voor de bewoners van deze wijk
maar ook veel mensen van verderweg trekt. Deze ontwikkeling is zeker
een compliment waard aan de ondernemers.
Het is er zonder twijfel drukker geworden, maar mocht er al sprake zijn
van overlast als gevolg van die toegenomen winkelfunctie, dan weegt die
haars inziens zeker op tegen de voordelen van het hebben van deze voor-
zieningen in de eigen buurt. Uit het ontbreken van klachten van omvo-
nenden hierover concludeert haar fraktie dat men daar ook zo over denkt.
De Jan van Goyenstraat mag veranderd zijn, de wijk daaromheen is dat
niet, althans nauwelijks en de panden waarin zich de winkels en horeca
bevinden evenmin. Het gaat in feite om verbouwde woonhuizen, geschikt
voor het huisvesten van mi1ieuvriendelijke bedrijven, maar in feite on-
geschikt voor heel zwaar gezegd overlast bezorgende bedrijvigheid.
Het is nu ëénmaal zo dat met name in cafê's de gasten slechts zelden
zich in stilte hullen. Om bovengenoemde reden vindt spreeksters fraktie
dat de bewuste zaken zich eigenlijk niet in de Jan van Goyenstraat zou-
den moeten bevinden, maar tegelijkertijd moet men onder ogen zien dat
het gemeentebestuur zelf de betrokken ondernemingen van de vereiste ver-
gunning heeft voorzien, al zijn de mogelijkheden voor weigering voor de
gemeenten zeker ook beperkt te noemen.
De vergunninghouders hebben dan ook recht op een consigtent gemeentelijk
beleid, op behoorlijk gemeentelijk bestuur. Het nakomen van de opgelegde
voorschriften maakt daar, van hun kant dan, ook deel van uit. De moge-
lijkheid van wegbestemmen is door haar fraktie uitvoerig overwogen, maar
op grond van eerdergenoemde overwegingen vond zij dat niet van behoorlijk
en eerlijk bestuur getuigen. Zo men er al toe zou besluiten dan zal er
toch zeker een goede schadevergoeding tegenover moeten staan en de mid-
delen daartoe behoren in het bestemmingsplan vermeld te worden, hetgeen
financieel niet mogelijk is.
In vervolg op de commissievergadering ligt nu het voorstel van het colle-
ge tot een uitsterfregeling in het bestemmingsplan te komen. Haar frak-
tie is zeer tevreden met dat voorstelomdat het in combinatie met het
gegeven dat het voorliggend plan een verdere uitbreiding van het aantal
horecabedrijven onmogelijk maakt, duidelijk aangeeft wat het uiteinde-
lijk doel is van het gemeentebestuur. Schaduwzijde van het voörstel is
dat de omwonenden er vermoedelijk op de korte termijn weinig van zullen