fd. 24 september 1987 1"! systeem, dat zoveel mogelijk eenduidig gehanteerd wordt. Het onderscheid doet overigens niet af aai de inhoud van de regeling, zodat het voorstel gee: inhoudelijk verbetering zal betekenen. Door per plan een eigen onderscheid in hoofd- en subbestert: mingen te introduceren zal de duidelijkheid van d bestemmingssystematiek versluierd worden. Dit is niet gewenst. De vraag rijst waarom de zuidelijke plangrens niet samenvalt met de gemeentegrens De gemeentegrens ligt ruim 1 km zuidelijker. Er i! geen reden de tussenliggende gronden in dit bestemmingsplan op te nemen. Deze gronden vallen in de reeds vastgestelde bestemmingsplannen Glip I, Glip II en Glip III. De opmerking inzake de voorschriften hebben geleid tot aanpassingen met uitzondering van het hierna volgende Lid 3. sub d. Gelet op het bepaalde in artikel 1, lid 12, dient het aan de orde zijnde sublid als overbodig te worden aangemerkt en kan het gevoegelijk worden geschrapt. Artikel 1 is gerangschikt in het hoofdstuk "Verklaringen"Een bepaling over de hoogte in het hoofdstuk dat mede de bebouwingsvoorschrifter bevat is daardoor niet minder noodzakelijk. Lid 3, sub q. De redaktie van het onderhavig sublid ware te wijzigen in "de bouwhoogte van andere bouwwer ken, geen gebouwen zijn, mag ten hoogste 2.50 m bedragen" De nu gehanteerde redaktie wordt duidelijker geacht. Artikel 8 Lid 2In overweging wordt gegeven om verkooppunten v; motorbrandstoffen uit te sluiten. Het gebruik om bij de bestemming Verkeer deze verkooppunten expliciet uit te sluiten dateert u. de periode dat deze voorzieningen beschouwd werdt als ondergeschikte voorzieningen bij autowegen. Deze waardering is inmiddels zodanig veranderd d; alle bezinestations positief bestemd worden. Het achterwege laten van een regeling betekent daara al dat ze uitgesloten zijn. De Direkteur van het Ondersteuningsinstituut Noord- Holland merkt op dat geen uiteenzetting over de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1987 | | pagina 102