24 september 1987
108
De bouw van deze uitbreidingen ten behoeve van praktijkruini-
ten is in eerste instantie beperkt tot de woningen langs de
ontsluitingswegen
Ter bescherming van de uitgesproken stedebouwkundige
kwaliteit die ook in dakvorm en nokrichting tot uitdrukkmg
komt zijn bepalingen opgenomen dat deze niet gewijzigd
mogen worden. Alleen gebouwen of delen van gebouwen met een
qoothoogte van 3.00 m mogen ook plat worden afgedekt.
Hiervan zijn een aantal woningen met dwarskap ter weers-
zijden van de centrale as uitgezonderd.
Bij deze laatste woningen mag de ruimte tussen twee nokken
worden dichtgemaakt met een platte afdekking.
Vanwege de relatief hoge bebouwingsdichtheid îs de hoeveel-
heid onbebouwde ruimte beperkt gebleven. Deze onbebouwde
ruimte levert een wezenlijk bijdrage aan de openheid van de
wiik. Om deze openheid te waarborgen zijn erfafscheidingen,
zoals schuttingen en muren, hoger dan 1.20 m în het algemeen
niet toegestaan. Alleen op de gronden met de bestemming
Woondoeleinden en Erf mag de hoogte 1.80 m bedragen, over
een lengte van maximaal 2.50 m is deze hoogte ook în de
bestemming Tuin toegelaten.
De gronden ihet de bestemming Erf en Tuin hebben zeer
beperkte bouwmogelijkheden. De bestemmmg Erf maakt kleine
bergingen mogelijk, ter plaatse waar binnen de bestemmmg
Woondoeleinden onvoldoende mogelijkheden geboden worden.
Voorts zijn serres toegestaan als uitbreiding van de
woningen over een maximale diepte van 3.00 m. In de bestem-
ming Tuin is een soortgelijke mogelijkheid opgenomen door
middel van een lijn-aanduiding op de kaart.
Carports mogen uitsluitend gebouwd worden m de bestemming
Tuin indien op de kaart een speciale aanduiding îs vermeld.
Deze aanduiding komt alleen voor op plaatsen, waar dit
verenigbaar is met de woningplattegrondwaartoe de tum
behoort.
Naar aanleiding van het overleg met de bevolking îs de
mogelijkheid toegevoegd in de tuin ook bergingen tot 4
toe te laten; vanwege de te handhaven openheid mogen ze
alleen aan een erfafscheiding worden vastgebouwd, waarbi] de
hoogte van deze afscheiding bepalend is.
De bestemming Verkeer is gegeven aan de Glipper Dreef. De
subbestemming Verblijfsgebied îs gelegd op de gronden waar
de verblijfsfunktie voorop staat.
Kleinere parkeerconcentraties komen m deze bestemmmg ook
voor
De overige openbare gebieden zijn bestemd voor Groenvoorzie-
ningen en Water. In de eerste bestemming is vastgesteld waar
speelterreinen zijn geprojekteerd. In tegenstelling tot een
aantal andere voorzieningen is hieraan een minimale °PP"
vlakte verbonden om zeker te stellen dat voldoende ruimte
beschikbaar komt.De bestemming Water omvat de Van Merlen-
vaarten de waterloop in het noordelijke gedeelte.
- 79