24 september 1987
110
volkshuisvesting niet of niet voldoende wordt gediend;
b. indien de te treffen voorzieningen niet sober en doelmatig zijn;
c. indien de kosten van de voorziening niet geacht kunnen worden
in redelijke verhouding te staan tot het te bereiken kwaliteits-
niveau na de verbetering;
2. burgemeester en wethouders wijzen een aanvraag om geldelijke steun
bovendien af:
a. voorzover de geraamde kosten vari de te treffen voorzieningen ho-
ger zijn dan de kosten van vergelijkbare nieuwbouw, zoals die
door de minister voor de betrokken lokatie binnen de gemeente
zijn vastgesteld 1);
b. indien de geraamde kosten van die voorzieningen minder bedragen
dan 5.000,-- 2)
c. indien binnen 15 volle kalenderjaren (dan wel een kortere terug-
komtijd, indien die volgens de oude regeling gold) voorafgaand
aan de aarivraag reeds eerder voor het treffen van voorzieningen
aan de woning geldelijke steun is verstrekt 3);
d. indien ten tijde van de aanvraag reeds een begin met de werkzaain-
heden is gemaakt, tenzij met toestemming van burgemeester en wet-
houders met het oog op de bouwtechnische staat;
e. indien de (eventueel aangepaste) huurprijs vôör het treffen vari
de voorzieningen niet ten minste f 120,-- (in 1988 i 140,-- en
in 1989 f 160,--) per inaand bedraagt bij geraamde kosten van de
te treffen voorzieningen die 80% of meer bedragen van de kosten
van vergelijkbare nieuwbouw (zoals vastgesteld door de minister),
dan wel een bedrag dat overeenkomt met het verschil tussen
120,-- (in 1988 140,-- en in 1989 160,--) en 1,-- per
procentpunt onder het voornoemde percentage van 80;
f. indien de opgegeven huurprijs na verbetering niet is berekend
overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Huurprijzenwet
woonruimten
3. burgemeester en wethouders kennen geldelijke steun toe voor het
treffen van voorzieningen aan huurwoningen met inachtneming van de
volgende voorschriften en bepalingen:
a. de geldelijke steun wordt toegekend als bijdrage-ineens