4e afd.
24 september 1987
108
De concrete bouwplannen, waarvan reclamanten spreken, zijn niet ter
inzage gelegd, maar zijn tijdens een raadscoranissie-avond informeel
in de hal van het gemeentenhuis getoond en dragen een schetsmatig
karakter. Van een verregaande concretisering was derhalve geen sprake.
Door maatregelen te treffen, welke onnodige vertraging tot een mini-
mum beperken, kan de gemeente niet verweten worden in strijd met haar
rechtsplicht te handelen, te meer daar is toegezegd dat voor bedoelde
gebieden een aparte bestemmingsplanprocedure, met alle rechtswaar-
borgen, zal worden gestart.
Zie overigens het antwoord bij bezwaarschrift 2 ad 1.
ad 1.4 Zoals onder 1.3 is uiteengezet, heeft de gemeente zich genoodzaakt
gezien in te spelen op actuele ontwikkelingen. Door de gekozen oplos-
sing <s een flexibel handelen mogelijk, zonder dat dit echter op
enigerlei wijze de hoofdlijnen van het gebied behoeft aan te tasten.
De samenhang van de plannen is een zorg van de gemeente. Tijdens de
procedure van het onderhavige plan kan hierop echter niet worden
vooruitgelopen (zie eveneens hierna 1.8).
ad 1-5 0p grond van het in 1.3 gestelde biedt een artikel 11 plan i.c.
geen oplossing, geen zekerheid over de exacte invulling, terwijl daar-
naast kan worden vastgesteld dat in het vigerende plan eveneens sprake
is van woningbouw; aan de toelichting kan echter worden ontleend dat
dit plan niet meer voldeed aan de eisen zoals die voor het onderhavige
plan zijn gesteld.
ad 1.6 Zie het antwoord bij bezwaarschrift 2 ad 1.
ad 1.7 Ten aanzien van artikel 11 wordt verwezen naar het gestelde in 1.3
ad 1.8 en 1.5. Overleg met belanghebbenden gaat voor wat betreft rechtsbe-
scherming en rechtszekerheid minder ver dan het volgen van de in het
plan voorgestelde bestenmingsplanprocedure in combinatie met de anti-
cipatie-procedure. Bij de laatste heeft een ieder inspraakmogelijkheden
om zijn bezwaren kenbaar te maken bij de Raad (artikel 23 en 24 W.R.O.)
voordat een en ander wordt vastgesteld.
- 16 -