24 september 1987
108
2. 2.20 m boven een voetpad, voorzover dit voetpad
geen deel uitmaakt van de onder 1 genoemde
strook.
erkers, balkons en galerijen, mits zij de bebouwings-
grens met niet meer dan 2.00 m overschrijden en mits
zij bij overschrijding van de grens met de bestemming
verkeer of verblijfsgebied, wat de hoogte boven deze
gronden betreft, voldoen aan het bepaalde onder e, sub
1 en 2 van dit lid;
luifels, mits zij bij overschrijding van de grens met
de bestemming verkeer of verblijfsgebied, wat de hoogte
boven deze gronden betreft, voldoen aan het bepaalde
onder e, sub 1 en 2 van dit lid;
hijsinrichtingen, niet vallende onder e van lid 1,
laadbruggen, stortgoten, stort- en zuigbuizen, weike in
enige stand de bebouwingsgrens overschrijden, mits zij
niet lager zijn geplaatst dan 4.20 m boven de gronden
met de bestemming verkeer;
kelderingangen en kelderkoekoeken;
bouwwerken, waarvan de bovenzijde niet hoger is gelegen
dan;
1. dé hoogte van de weg, voorzover de werken in de
weg zijn gelegen;
2. de terreinhoogte bij voltooiing van de bouw,
voorzover de werken niet in de weg zijn gelegen.
- 49