24 september 1987
108
De loopafstanden van parkeerplaatsen naar woning zijn
daardoor gering.
3.3 HET ZUIDELIJK PLANDEEL (figuur 2)
De noord-zuid as vormt de basis van het zuidelijk plandeel.
Deze as wordt ruimtelijk begrensd door bouwblokken die elk
een onderdeel vormen van een carre.
De 4 carres zijn zodanig van opzet dat een duidelijk
verschil is ontstaan tussen openbare ruimte en priveruimte.
De bergingen bij de woningen zijn nagenoeg alle aan de
binnenterreinen gesitueerd, waardoor deze in vorm en maat
duidelijk begrensd zijn.'De totale opzet van dit plange-
deelte wordt gekenmerkt door een uniforme aanpak zowel voor
wat betreft de vorm- en typetoepassing van de woningen als
de inrichting en functieverdeling van de buitenruimte. Het
openbare groen is functioneel zodanig verdeeld dat inge-
speeld wordt op de scheiding tussen openbare - en prive-
sfeerdoor de speelgebieden voor de kleinste kinderen in de
privesfeer onder te brengen.
De bomen versterken de nagestreefde ruimtelijke struktuur.
Zowel aan de west-zijde als de oost-zijde van het plandeel
zijn groenvoorzieningen opgenomen die een belangrijke
struktuurwaarde hebben als onderdeel van de elementen die de
samenhang van het plangebied bepalen.
3.4 HET NOORDELIJK PLANDEEL (figuur 2)
Structuur
De noord-zuid as vormt ook voor dit plandeel een belangrijke
basis voor de vormgeving en struktuur. Haaks op deze hoofdas
staat een tweede aansluiting op de Glipper DreefHet
knooppunt van deze assen is als een ruit vormgegeven,
waarbij bebouwing en tweezijdige straatbeplanting de vorm en
ruimte bepalen. De verdere verkaveling is afgeleid van deze
ruitvorm. Daarbij is gestreefd naar symmetrie in hoofdvorm,
teneinde een helder en duidelijk patroon te verkrijgen. De
centrale ruimte heeft door een grotere mate aan groen een
extra accent gekregen, waardoor de spilfunctie in de^
structuur verduidelijkt wordt. Aanvankelijk lag het in de
bedoeling op een 3-tal in de structuur min of meer van
belang zijnde plaatsen gestapelde bouw toe te passen.
Hiervoor was reeds een verklaring van geen bezwaar ex. art.
19 door Gedeputeerde Staten afgegeven. Nu blijkt dat deze
bouwvorm niet beantwoordt aan de marktvraag, ofwel onver-
koopbaar blijkt, is besloten de situaties waar deze bouwvorm
was gepland uit het onderhavige plan te lichten en daarvoor
een apart bestemmingsplan op te stellen, waarbijpassend in
de ruimtelijke structuur, uitgegaan wordt van laagbouw.
Over het algemeen is gestreefd naar een relatief grotere
bloklengtewaarbij zowel met langskappen als met dwars-
kappen wordt gebouwd
- 61