227
24 september 1987
De V.V.D.-fraktie heeft dat gevoel niet, integendeel zij heeft het vol-
ste vertrouwen in de besturen van de corporaties. Zij heeft veel respect
voor de wijze waarop ze hun vaak zware en moeilijke taak vervullen en
heeft dan ook absoluut geen behoefte aan een voorstel dat voor deze be-
sturen nogal betuttelend overkomt, met daarnaast extra werk dat waar-
schijnlijk de nodige vertragingen gaat opleveren.
Ook de fraktie van mevrouw De Zwart is van mening dat de woningbouw-
corporaties best in staat zijn op verantwoorde wijze met de gelden om
te gaan. Ze kunnen niet anders dan deze gelden voor dat doel besteden.
Een jaarlijkse verplichte verslaglegging is voor haar fraktie voldoende
garantie. Zij zal daarom het amendement van de P.H.-fraktie niet onder-
steunen.
De heer Divendal vindt een aantal uitspraken die gedaan zijn wat spij-
tig, want het lijkt erop alsof de P.H.-fraktie niet veel respect zou heb-
ben voor het gigantische werk dat de woningbouwcorporaties verzetten.
Mevrouw Beets zal weten dat er een natuurlijke belangentegenstrijd is tus-
sen verhuurders en huurders; dat is heel normaal, want ze hebben ook an-
dere belangen in een situatie. Dat wil niet zeggen dat zijn fraktie het
op een gegeven moment nodig vindt om de belangen van één partij daar be-
ter in te waarborgen of dat zij geen respect zou hebben voor het vele
werk dat in dit geval door de woningbouwcorporaties wordt verzet.
Uit het antwoord van mevrouw Beets en ook enigszins uit het antwoord van
de wethouder blijkt de vraag of het nu echt nodig is. De ervaring van
zijn fraktie uit het verleden is dat bewoners regelmatig moeilijkheden
hebben met dit soort regels, op dit soort manieren, met hun woningbouw-
corporaties. Met inachtneming van alle goede wil van iedereen lopen som-
mige dingen toch fout en dan heeft spreker het zelfs al over heel andere
dingen die simpel zijn. Allen weten van de grote plannen die er zijn ge-
weest en de grote moei1ijkheden tussen de bewoners op de Dr. Schaepman-
laan; het projekt waaraan men nu aan het verbouwen is en dat volgens de-
zelfde regeling verloopt. Iedereen wil best zijn goede inzet tonen, maar
er blijken gewoon verschillende belangen te zijn op dat soort gebied.
Bewoners willen andere dingen dan de woningbouwcorporatie en daar moet
op een gegeven moment toch een bepaald resultaat uitkomen.
De wethouder zegt dat er regelmatig overleg is met de woningbouwcorpora-
ties over planningslijsten, onderhoudsplannen en dergelijke. Eigenlijk
zou dat overleg heel gemakkelijk gebruikt kunnen worden om tegemoet te
komen aan datgene wat sprekers fraktie wil. Waarom niet ook in dat over-
leg betrekken op wat voor wijze dit onderdeel van die regeling uitge-
voerd kan gaan worden? Spreker begrijpt niet waarom er verondersteld
wordt dat dit veel extra werk met zich meebrengt, waardoor mogelijk ver-
traging zou ontstaan. Hij denkt dat de wethouder aangeeft dat er regel-
matig overleg is met de woningbouwverenigingen; er wordt aangegeven dat
de woningbouwverenigingen er ook goede bedoelingen bij hebben.
Wat spreker alleen wil is dat op een gegeven moment dat soort dingen ge-
woon zakelijk van tevoren duidelijk wordt afgesproken met de huurders.
Hij gelooft onmiddellijk dat de eerste vraag bij bewoners zal zijn: wat
voor huur betaal ik uiteindelijk en wat voor verhuis- en herinrichtings-
kosten krijg ik? Dat soort discussies kunnen echter, dat is zijn ervaring
ook, heel lang duren, zeker in plannen in Heemstede die met allerlei goe-
de argumenten vrij lang duren voordat ze tot een uiteindelijke definitie-
ve fase komen. Heel lang houdt men dergelijke onzekerheden en hij denkt
dat als een woningbouwcorporatie daar een wat totaler plan bij opzet, dat