WE
29 oktober 1987
120
aanbeveling van burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.
Bij de eerste samenstel1ing van de commissie geschiedt de benoeming
op aanbeveling van burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd adviseurs aan de commissie toe
te voegen.
Artikel 4.
De zittingsduur van de leden is gelijk aan die van de leden van de ge-
meenteraad. Voor de eerste maal heeft de benoeming plaats voor de duur
van het resterende deel van de lopende zittingsperiode van de gemeente-
raad. De leden zijn dadelijk herbenoembaar voor een aansluitende zit-
tingsperiode, met dien verstande dat zij ten hoogste drie aaneengesloten
zittingsperioden lid van de commissie kunnen zijn.
Het lidmaatschap van de commissie eindigt tussentijds:
a. op eigen verzoek;
b. bij verlies van de hoedanigheid waarin de benoeming plaatsvond.
Het lid dat ontslag vraagt, blijft zo mogelijk in functie totdat zijn
opvolger is benoemd, doch niet langer dan drie maanden nadat hij zijn
besluit tot ontslagneming aan de gemeenteraad heeft medegedeeld.
Indien zich tussentijds een vacature in de commissie voordoet, wordt
binnen drie maanden daarin voorzien.
Een in een tussentijdse vacature benoeind lid treedt af op het tijdstip
waarop zijn voorganger had moeten aftreden.
Artikel 5.
De commissie kiest uit haar midden twee leden, waaronder een plaatsver-
vangend voorzitter, die tezamen met de voorzitter het dagelijks bestuur
vormen.
Het dagelijks bestuur is belast met de dagelijkse werkzaamheden van de
commissie en is daarvoor verantwoording schuldig aan de commissie.
Tot de dagelijkse werkzaamheden worden in elk geval gerekend:
abet voorbereiden van de beraadslagingen en besluiten van de commissie;
b. het uitvoeren van de besluiten van de commissie.