APZ 29 oktober 1987 116 e. in het genot is van een uitkering op grond van de Algemene Arbeidson- geschiktheidswet (Stb. 1980, 28) of de Wet op de arbeidsongeschikt- heidsverzekeringberekend naar een arbeidsongeschiktheid van 80% of hoger; f. recht heeft op doorbetaling van bezoldiging op grond van artikel H 1A, tweede lid, van het Algemeen Ambtenarenreglement; g. zijn militaire dienstplicht of vervangende dienst vervult; h. rechtens van zijn vrijheid is beroofd; izijn woonplaats buiten Nederland heeft; j. de maand waarin hij 65 jaar wordt heeft bereikt. 2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van het be- paalde in het eerste lid ten gunste van de belanghebbende afwijken. Artikel 7. 1. De uitkering wordt niet uitbetaald voor de duur dat de belanghebbende: a. niet voldoet aan de hem bij of krachtens deze verordening opgelegde verplichtingen; b. zich niet als werkzoekende bij het Gewestelijk Arbeidsbureau heeft doen inschrijven en ingeschreven doet blijven tot het tijdstip waar- op hij de leeftijd van 57,5 jaar heeft bereikt; cverhindert, zij het ook alleen door gebrek aan medewerking, dat een geneeskundig onderzoek of een voldoend geneeskundig onderzoek tot het verkrijgen van een invaliditeitspensioen ingevolge de pensioenwet plaats heeft; d. in geval van arbeidsongeschiktheid niet binnen redelijke termijn ge- neeskundige hulp inroept en zich gedurende zijn arbeidsongeschiktheid niet onder behandeling blijft stellen, of de voorschriften van de be- handelende geneeskundige niet opvolgt. 2. Het recht op uitkering kan geheel of gedeeltelijk vervallen worden verklaard, indien de belanghebbende: a. de door burgemeester en wethouders in verband met de uitvoering van deze verordening gevraagde inlichtingen niet verstrekt dan wel onjuist of onvolledig verstrekt; b. als ingeschrevene bij het Gewestelijk Arbeidsbureau verzuimt gevolg te geven aan een oproeping of aanwijzing van dat bureau, die kan lei- den tot het verkrijgen van werk, dat voor hem passend kan worden ge- acht dan wel weigert dergelijk werk te aanvaarden; c. niet ernstig tracht werk te vinden; d. blijkens een andere dan één der hiervoor in dit lid genoemde omstan- digheden niet onvrijwillig werkloos is; e. door eigen toedoen geen uitkering geniet als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing, indien de belang- hebbende van éên van de gedragingen als in die leden bedoeld, rede- lijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt. 4. Het bepaalde in het tweede lid, onderdelen b, c en d, is niet van toe- passing op de belanghebbende die de leeftijd van 57,5 jaar heeft be- reikt. 5. Ter uitvoering van het bepaalde in het eerste tot en met het derde na kunnen burgemeester en wethouders nadere regelen stellen. -5-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1987 | | pagina 5