u
247 29 oktober 1987
administratieve handelingen die verricht moeten worden. Zij heeft een
overzichtje gekregen, mede op haar verzoek, waarin duidelijk is samenge-
vat waarvoor nu nog wel een vergunning nodig zal zijn en waarvoor niet.
Zij weet niet of dat overzicht alleen voor intern gebruik, dus voor de
raadsleden, zal blijven of dat dit ook naar buiten gebracht zal worden;
zij denkt dat dat een goede zaak zal zijn. Het is een stuk duidelijker
dan dat men dat hele boek moet gaan lezen. Als het extern gebruikt gaat
worden dan acht zij het raadzaam om er twee punten aan toe te voegen,
namelijk dat het niet vereist zijn van een bouwvergunning de betrokkene
niet ontslaat van de bepaling van het geldend bestemmingsplan en ten
tweede dat alle gerealiseerde bouwwerken moeten voldoen aan de redelijke
normen van welstand. Zij denkt dat men op die manier mogelijk toch mis-
verstanden kan voorkomen en dat alleen maar duidelijker kan maken.
Wethouder mevrouw Bierman antwoordt dat deregulering iets is dat men
moet willen. Men moet enig vertrouwen hebben in het feit dat als men een
aantal zaken aan het toeval overlaat, het toch nog wel goed zal gaan of
minstens op een voldoende niveau zal blijven. Dat is duidelijk een keuze.
Men kan gemakkelijk de vergelijking trekken met het sluiten van verzeke-
ringen. Men kan zich tegen alles in het leven willen indekken.
Men kan ook zeggen dat men zich alleen wenst te verzekeren voor die risi-
co's die niet te dragen zijn. De bedoeling van het onderhavige voorstel
is om te komen, samen met alles wat al eerder is besloten, tot een dui-
delijk gradueel verschil. Er zal sprake zijn van bouwplannen die helemaal
vrij zijn, zaken die gemeld moeten worden en zaken waar een vergunning
voor nodig is. Verder meent spreekster met mevrouw Beets, zeker als men
streeft naar een simpele voorlichtingsfolder op dit gebied, hetgeen haar
heel praktisch lijkt, dat men daarin ook twee belangrijke zaken zal moe-
ten opnemen, namelijk dat het altijd moet passen in het bestemmingsplan,
wat er ook gebouwd wordt en dat het moet voldoen aan redelijke eisen van
welstand. Het antwoord op de vraag over de toegankeiijkheid van publie-
ke gebouwen voor gehandicapten is niet simpel te geven. In ieder geval
moeten die gebouwen toegankelijk zijn voor minder-validen, waarin wette-
lijke plichten vervuld moeten worden. Vermoedelijk valt daar bijvoor-
beeld het postkantoor onder. Maar als de heer Divendal wil dat daar nog
eens de jurisprudentie op wordt nagekeken, dan zal spreekster de volgen-
de commissievergadering graag het antwoord geven.
De heer De Bruijn heeft met name zijn zorgen geuit, naast een algemeen
gevoel van onbehagen over deze ontwikkeling, over het voorbeeld van de
carport. Hij heeft daarbij geschetst, zelf ook aangevend dat er altijd
sprake zal zijn van een plan dat in het bestemmingsplan past, dat het
wel zo zou kunnen zijn dat wat begint als een carport eindigt als een
garage. Spreekster denkt dat men ook uit het uiterst simpele overzichtje
heeft kunnen opmaken dat er sprake moet zijn van een open constructie.
Het is een bouwwerk geen gebouw zijnde. Op het moment dat het gesloten
wordt is het wel een gebouw, dus dan valt het buiten deze omschrijving.
Verder is ook dat een kwestie van vertrouwen hebben dat het in de mees-
te gevallen goed gaat. Gaat het niet goed, dan zal achteraf repressief
welstandsoordeel moeten worden uitgesproken en zal er ingegrepen moe-
ten worden. Het is duidelijk dat dit altijd vervelend is. Het kost
ook altijd tijd, want de administratieve procedure die daaraan vooraf-
gaat kost tijd en betekent dat het er toch enige tijd staat als het
niet zou voldoen aan redelijke eisen van welstand.
Niettemin is het college van inening dat in Heemstede verwacht mag wor-
den dat in het algemeen dit soort werken op redelijk verantwoorde wijze