27 november 1987
347
A1 met al is het moeilijk aan te geven waar het naar toe gaat. Dat neemt
niet weg dat men ook uit het antwoord kan opmaken dat het college vindt
dat de S.A.B.D. een goed lopende dienst is, die een zuinig beheer voert
en goed omgaat met gelden die ter beschikking zijn gesteld. Zij kan dat
ook de commissieleden laten zien; zij hebben gevraagd of zij inzage mo-
gen hebben in de begroting van de S.A.B.D. Dat zal ook zeker gebeuren.
Dan kan een ieder constateren dat ze zuinig beheer voeren. Eigenlijk is
er ook al bezuinigd op de S.A.B.D., al die jaren is de nullijn gehanteerd.
Er zijn ook enkele langdurig zieken, waar geen invulling voor wordt gege-
ven; dat is ook een bezuiniging. Toch denkt spreker dat men nog een som-
ber jaar tegemoet gaat totdat er uitzicht is op hoe de fusiebesprekingen
aflopen.
Vraag ?6.
De heer Berkelmans is niet zo gelukkig met het antwoord. Zijn fraktie
had gevraagd of het college nog steeds bereid is de hoogste prioriteit
toe te kennen onafhankelijk van de uitkomsten. Dan zegt het college -
dat is altijd gemakkelijk als er onderzoeken aan de gang zijn - de onder-
zoekeri rnaar af te wachten. Dat is een omzeiling van de vraag: onafhanke-
lijk van de onderzoeken. Gisteravond is onder andere een aantal keren het
woord "beleidsvisie" aan de orde yeweest. Als spreker nu in het antwoord
leest: het is goed mogelijk dat decentrale voorzieningen met name voor
schoolkinderen en ouderen wenselijk zijn, dan kan men met dat antwoord
alle kanten uit. Het is goed mogelijk en het kan wel wenselijk 2ijn.
Spreker vraagt of het college dan zelf geen visie op het spreidingsbe-
leid heeft. Destijds is er een nota uitgebracht met de titel "laten we
wel zijn" en daarin zou met name zeer uitgebreid aandacht zijn besteed
aan de evenwichtige spreiding van die voorzieningen. Dus hij wil nu graag
horen wat het college zelf ervan vindt.
Bij de fraktie van de heer Geels heeft deze vraag nogal wat verbazing
gewekt, met name het gedeelte van Ue vraag waar het college wordt ge-
vraagd om de hoogste prioriteit te geven aan de spreiding van de sociaal-
culturele instellingen onafhankel i jk vari de uitkomst van het accommodatie-
onderzoek. Spreker zou graag van het C.D.A. verneinen wat daar de achter-
liggende gedachten van zijn. Het is niet zo lang geleden dat ook het
C.D.A. akkoord ging met een accommodatie-onderzoekwaarin in de onder-
zoeksopdracht gevraagd wordt om de beschikbare ruimten te inventariseren
en dat aan de hand van die gegevens door de raad prioriteiten zullen wor-
den gesteld voor wat betreft de spreiding van de sociaal-culturele in-
stellingen. Men moet gewoon afwachten wat het accommodatie-onderzoek op-
levert en dan kan de raad pas de prioriteiten gaan stellen.
De heer Van 't Hof kan zich voor het grootste deel aansluiten bij de
woorden van de heer Geels. Toen hij die vraag las had ook hij het gevoel
dat hier een dubbele bodem onder zat. Ha niet onaanzienlijke discussies
in de commissie en uiteindelijk in de raad, is besloten tot de onderzoe-
ken zoals er nu lopen. Spreker kan zich eigenlijk goed vinden in het ant-
woord van het college, omdat hij zich niet kan voorstellen dat men prio-
riteitstel1ingen zomaar even uit een hoge hoed tovert daar waar men alle
kansen krijgt om op grond van een gefundeerd onderzoek de prioriteiteri
straks te stellen. Dat is de afspraak die gemaakt is, namelijk een goed
fundament te zetten onder het sociaal-cultureel werk op uitgangspunten
waar de raad zich in kan vinden.
