APZ
25 februari 1988
15
in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens deze zit-
ting.
2. Indien een belanghebbende of het administratief orgaan wijziging wenst
van het tijdstip van de zitting, dient zulks binnen drie dagen na de
in het eerste lid bedoelde mededeling, onder opgaaf van redenen, te
worden verzocht aan de burgemeester.
3. De beslissing van de burgemeester, op een verzoek als bedoeld in het
tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken
voor het tijdstip van de zitting aan de betrokkene medegedeeld.
4. De burgemeester is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken
of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in de voorgaan-
de leden.
Artikel 10. Terinzaqeleqqinq van stukken.
1. Het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stuk-
ken worden voor de belanghebbenden en hun gemachtigden ter secretarie
kosteloos ter inzage gelegd gedurende de in artikel 9, eerste lid, be-
doelde termijn. De burgemeester stelt betrokkene daarvan in kennis in
de mededeling als bedoeld in artikel 8, eerste lid.
2. De belanghebbenden en hun gemachtigden kunnen van de in het vorige lid
bedoelde stukken tegen vergoeding van de kosten afschriften verkrijgen.
3. De toepassing van het eerste en tweede lid blijft achterwege, indien
het administratieve orgaan ten aanzien van bepaalde stukken heeft be-
paald dat geheimhouding om gewichtige redenen is geboden.
Zodanige redenen zijn in ieder geval niet aanwezig, voorzover ingevol-
ge de Wet openbaarheid van bestuur de verplichting bestaat een verzoek
om infomiatie, vervat in deze stukken, in te willigen.
Artikel II. Menioriën.
1. Tegelijk met de in artikel 9, eerste lid, bedoelde mededeling stelt de
burgemeester de belanghebbenden een termijn tot uiterlijk een week voor
de zitting waarbinnen zij al hetgeen zij voor de behandeling van het
bezwaarschrift dienstig achten schriftelijk aan het administratief or-
gaan kenbaar kunnen maken.
2. De aldus ingekomen stukken worden terstond toegevoegd aan de overige
stukken, behoudens het bepaalde in artikel 10, derde lid.
-5-