5? 25 februari 1988 eerst als wethouder aan deze tafel gezeten iets moest zeggen, waren uw eerste woorden "ik voel mij als een stukje sukade waarvan het vermogen om spontaan te reageren al direct ernstig op de proef wordt gesteld". Nu u afscheid neemt vanavond, na bijna 10 jaar in de raad te hebben ge- zeten, dringt de vraag zich dus op of het allemaal sukade is geweest, dat u aan het raadsbeslag hebt toegevoegd of dat er ook andere ingre- diënten waren. Eën ding is zeker: in het kader van uw nieuwe functie zou een groot su- kadebestanddeel goed van pas komen bij de bestrijding van ons verzurend miHeu. Eën ding is ook zeker: ook bij ons politieke handelen in Heem- stede dient strijd te worden geleverd tegen een permanent op de loer lig- gende verzuring. Daar heb je als wethouder een belangrijke bijdrage bij geleverd zonder gebruik te maken van enigerlei vorm van zoetigheid. IntegendeelIn je bestuurlijk handelen hoor je duidelijk tot het genus general ist, hoewel je de specifiek aan jou toevertrouwde taken uitste- kend hebt gedaan. Een brede blik op het hele veld ontwikkeld in de fraktie en vooral in de jaren van het fraktievoorzitterschap, zich bemoeien met de hele scoop van het gebeuren, de onderlinge samenhang, de pyschologische verhouding van het ëên ten opzichte van het ander. Er zijn niet zo heel veel portefeuillehouders die daar een natuurlijk gevoel voor hebben, ook al komt dat aspect voor ieder die langer dient aan de orde. Maar wie dient er nog lang in dit rare vak? Een enkele wethouder, een secretaris, een enkele burgemeester misschien en dan is het nog maar de vraag of het zo'n voordeel is voor de blij- vertjes als ze kunnen zeggen: ja, maar in het vorige college hebben we in zo'n situatie zo gedaan. Dan zeggen de Heemsteedse dames nogal eens: en daarom doen wij het nu anders. Argumenten verslijten vaak net zo hard als mensen. Ik weet nog goed dat ik, toen je in het college zou komen, over je in- formeerde bij Hans Reeringh, hoe is Marbeth eigenlijk, je uitstraling was in de raad bekwaam, aardig, maar toch in essentie afstandelijk ge- reserveerd. Hans had toen een heel verhaal, zoals hij dat altijd heeft, maar de es- sentie ervan was, Marbeth is een hartelijk en lief mens met veel hart voor de zaak. Zou dit gunstig oordeel waar zijn? In de dagen van overgang en afscheid van de nieuwe burgemeester Van Doorn gonsde het in de V.V.D. van gezel- lige afscheidsact.iviteiten. Tijdens deze dagen betrad ik eens de kamer van wethouder Arnoldy en zag dat de B&W-tafel was oingebouwd tot een luis- terrijke diner-tafel. De wethouder designatus was net bezig haar eigen tafelzilver uit te pakken ter verhoging van de feestvreugde. Sukade uit een zilveren mandje! Vo°r de gelegenheid zelfs extra gepoetst. We kunnen er wel om glimlachen, maar wie doet dat. riog meer? Juist, niemand. En zo was het sieeds als er iets te vieren was in de raad, in het colle- ge, bij het begrotngsdinerbij een jubileum, je merkte een grote per- soonlijke betr ikkenheid bij ons gezamenlijk functioneren, waarbij Marbeth een centralp inbreng had. Ik wil je namens ons allen speciaal hiervoor bedanken. De zorg en de solidariteit die aanvankelijk vooral in fraktie-verband naar voren kwam, werd na je benoeming tot lid van het college voelbaar in de hele raad. En juist daarom stemt dit afscheid tot enig verdriet en tot enige bezin-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1988 | | pagina 28