126 26 mei 1988 Zij heeft wel êën toezegging gekregen van de portefeuillehouder in de commissie Financiën, dat zodra de aanbesteding voor het werk gedaan is, de naar haar idee te verwachte meevaller van die aanbesteding middels een begrotingswijziging weer terug gaat naar de post "onvoorzien"en dus niet voor dit projekt verder beschikbaar blijft. Spreker stelde al in het begin van zijn verhaal dat het zijn fraktie om enkele financiële opmerkingen ging, het is ook bedoeld als een kritische kanttekening bij de financiering ervan. Het gaat niet zover dat zij zich wil uitspreken tegen de herinrichting vari dit deelgebied; zij zal voor het voorstel steinmen in de verwachting, dat zij in de toekomst via een begrotingswijziging het nu teveel beschikbaar gestelde krediet van 150.000,op de êën of andere manier terug zal vinden. En anders zal zij als fraktie in het vervolg bij de verdere uitvoering van de Indische wijk kijken of daar mogelijkheden zijn. Volgens mevrouw De Zwart is het inderdaad zo dat de kosten van herinrichting voor het deelgebied C Indische wijk 150.000,-- hoger zijn dan geraamd. Maar wellicht vallen de aanneemsommen van dit projekt en het projekt van de Raadhuisstraat wat lager uit, waardoor haar fraktie akkoord kan gaan met de financiële aanpak van dit plan. De heer Bleekemolen vindt dat het betoog van PH enigszins lijkt op het betoog dat ook gevoerd is in de commissie financiën. Daar zijn de vragen ruimschoots beantwoord en derhalve neemt spreker aan dat het een principiële zaak is voor de PH-fraktie. Daarom heeft ook spreker behoefte om er wat over te zeggen. Niet zozeer over de inhoudelijke kant van het voorstel als wel over de raming en de methode van begroten. Spreker wil nadrukkelijk verklaren dat hij de methode die de heer Divendal voorstelt afwijst, om de volgende reden. Wat de raadsleden, of dat er nu in de commissie financiën of in de verkeerscoimiissie danwel in de voltallige raad, voor ogen krijgen, daar moet naar sprekers mening een begrotingstechniek achter zitten die niet wordt gestuurd door toeval1igheden die afhangen van een marktsituatie, waarin de zorgsektor Wonen zich bevindt, maar het gaat om onafhankelijke normen die door onafhankelijke onderzoekinstellingen van tijd tot tijd worden vastgesteld, opnieuw geijkt worden en dan gebruikt worden door het gemeentelijk technisch apparaat. Spreker zou de illusie willen wegnemen dat de gemeente nu meer geld uitgeeft omdat de raad dat krediet beschik- baar stelt en zijn fraktie vergeeft de wethouder de financiële ruimte. De markt zal strakt uitwijzen hoeveel men daarvan moet gebruiken. De ramingen zijn gebaseerd en blijven hopenlijk ook gebaseerd op onafhandelijke normen en niet op inschattingen van ambtenaren, hoe goed bedoeld ook en hoe goed met kennis van zaken dat misschien ook gebeurt. Liever ziet zij dat gebeuren door een onafhankelijke instelling. De heer Van der Hulst sluit zich aan bij het laatste gedeelte van de woorden van de heer Bleekemolen. Wethouder Baar maakt uit het feit dat het onderwerp hoofdzakelijk finan- cieel is benaderd op dat er inhoudelijk geen bezwaren zijn. Wat de financiële kanttekeningen betreft staat het college in de grootst moge- lijke meerderheid op het standpunt dat de verwoording van de heren Bleeke- molen en Van der Hulst instemming verdient. Als men tot een punt van be- leid maakt dat de ervaring van enkele jaren met betrekking tot openbare aanbestedingen zou kunnen gaan doorwerken in de begrotingen die basis zijn voor de te verlenen kredieten, dan denkt het college dat men een hele glibberige weg gaat bewandelen, waarvan de uitkomst niet zeker is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1988 | | pagina 10