26 mei 1988 121 ling bestaat om een fusie tot stand te brengen om daarna zo snel moge- lijk tot radio-uitzendingen over te gaan. De voorzitter denkt dat de heer Bleekemolen het dichtst bij de waar- heid zit. Alle frakties hebben erover gesproken hoe het nu verder gaat. Er komen nu waarschijnlijk twee verklaringen los, die de mooie titel representativiteitsverklaring hebben en wat is daar nu het effect van? Moet men dat alleen maar overlaten aan het ministerie of aan de commis- saris van het omroepwezen om voor Heemstede uit te maken wat. er nu ei- genlijk uit de bus komt? Is dat niet wat onbevredigend? Is dat niet enigszins een teken van armoede dat Heemstede daarin niet zelf een be- snsstng zou kunnen nemen? Kan Heemstede zelf in dit stadium niet tot een wat dutdelijker keuze komen? Dat ligt echter in de structuur van de wet besloten en wie is spreker om op die structuur kritiek te hebben. De rol van de gemeente in dit hele gebeuren is een uiterst lijdelijke, zij het dat er toch wel een geringe sturing in zit. Want er moet ge- toetst worden of men geacht wordt de locale gemeenschap behoorlijk te representerendat men een behoorlijk programma en een behoorlijke or- ganisatie heeft. Er is in het overleg - daarvoor is niet zoveel tijd geweest, nauwelijks twee maanden - met beide groeperingen, gewezen op een aantal sectoren van maatschappelijk leven die waarschijnlijk voor de raad wel belangrijk waren. Er is in de raad uitvoerig over gedis- cussieerd, de frakties hebben erover gesproken en het is uiteraard als suggestie bedoeld, maar men kan nu constateren dat beide groeperingen hebben voldaan aan de suggesties die gegeven zijn. Er is ook in het voorterrein naar beide toe een suggestie geweest om te komen tot ëên organisatie, want uiteindelijk blijft er één organisatie over. Het is niet zo dat men tot het eind toe met twee organisaties blijft zitten; er zal een keuze gemaakt worden. Het ziet ernaar uit, gezien de wijze waarop de drie frakties zich hebben geuit, dat de ge- meenteraad van Heemstede aan beide groeperingen die verklaring niet zal onthoudenmaar men zal zich moeten realiseren dat er maar één over- blijft. De procedure is deze dat de twee gegadigden zullen worden mee- gedeeld aan de conmissaris van het omroepwezen en het college heeft ge- înformeerd wat er dan gebeurt in zo'n situatie. Dan komt er een brief- je terug in de zin van "gemeenteraad probeer die zaak maar bij elkaar te krijgen en probeer anders maar te zeggen wie het moet worden", want het is natuurlijk voor Den Haag nog moeilijker om daar een keuze in te doen. Dan vindt het gesprek met beide gegadigden op een heel andere ma- nier plaats dan vôôr het afgeven van de verklaring, want dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat als een poging niet slaagt, de gemeenteraad al dan niet in overeenstemming met een advies van het college de keuze doet die hem lief is. En dan mag men bij wijze van spreken als crite- rium nemen de kleuren van de truien die men draagt of iets dergelijks, maar dan moet er een keuze gemaakt worden. Dan kan men nog wel zeggen dat men die keus niet maakt, maar dan weet men zeker dat een ander die keuze maakt en in de praktijk van de gemeentelijke politiek wil men al- tijd toch nog liever zelf de keuze maken dan dat een ander die doet om- dat men helemaal niet weet op grond waarvan die ander dat doet. Dus dat is dan de laatste kans voor de plaatselijke gemeenschap om te zeggen met wie zij in zee gaat. Het spreekt vanzelf dat er toch een ruime mar- ge is voor de gemeenteraad en voor de commissie algemene zaken om werke- lijk sturend te werken, want de risico's worden voor beide partijen gro- ter als men de weg tot samenwerking niet zou vinden en spreker gaat er- van uit dat men die weg tot samenwerking wel vindt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1988 | | pagina 5