30 juni 1988
167
de huidige woningen, maar niet van nieuwbouw die beantwoord aan de
eisen van de tijd. Overigens gaat het om een buitengewoon gering ver-
schil tussen beide huren en dat was ook de reden voor de bewoners te
kiezen voor nieuwbouw. Op de vraag om de entree van de opgetilde
woningen te bekijken, kan spreekster geen toezeggingeri doen, want het
is primair de verantwoordelijkheid van de woningbouwvereniging. Het
college kan hoogsteris verzoeken daar nog eens aandacht aan te besteden.
Inzake de geldlening zegt spreekster dat er 2 financiers in kontakt zijn
met de woningbouwvereniging en dat het college alle reden heeft om aan
te nemen dat zich daar geen problemen verder zullen voordoen.
De heer Divendal heeft 2 punten niet gehoord, namelijk in hoeverre
de winkelbebouwing aan de noordzijde van de ingang J. v.d. Bergstraat/
Res Novaplein van invloed is op de financiën, of dat iri dit raadsvoor-
stel al zit verwerkt of nog niet, en voorts of de wethouder een inening
zou willen geven of men niet als gemeentebestuur in een eerder stadium
bij dit soort bouwplannen zou moeten worden betrokken.
Wethouder mevrouw Beets kan zich die laatste vraag heel goed voor-
stellen. Zij heeft ooFgezegd dat zij in ieder geval viridt dat het
eerder moet dan het nu gebeurd is. Zij denkt dat het overigens wel zo
is dat de artikel-19-procedure een bevoegdheid van het college is en
daarin bepaalde momenten kent waar de raad een rol in speelt en waar
het college zijn rol speelt. Om daar nog meer momenten in te krijgen,
zodat de raad daar meer bij betrokken is, waarbij men ook nog te maken
heeft met een opdrachtgever van buitenaf in zo'ri geval. Daar zou zij
naar willen laten kijken; zij kan zich best voorstellen dat de raad
daar behoefte aan heeft. Anderzijds moet men ook de procedure die daar
voor staan en die vastgelegd zijn, in het oog houderi.
De heer Divendal begrijpt van de wethouder dat in het college
serieus is gekeken naar de wensen van de frakties; in ieder geval is
het spreker uit de notitie niet gebleken. Dus hij denkt dat de dis-
kussie in het college verder is gegaan. Het kan natuurlijk niet zo
zijn dat zo'n plan nu verder vertraagd zou worden. Zijn fraktie stemt
dan ook in met dit raadsvoorstelVoor een minderheid van de fraktie
geldt er de reden bij dat het ook niet elegant zou zijn richting be-
woners om dit nu opnieuw ter diskussie te gaan stellen, en dat is dan
ook de enige reden waarom die minderheid nu akkoord gaat met het voor-
stel. Zij wil dankbaar gebruik maken van de harde toezegging om even-
tueel nog eens te kijken of nog iets mogelijk is opdat de raad in
een eerder stadium betrokken kan worden bij dit soort zaken. Daar zal zij
dan ook zelf bij zijn en er in de commissie eventueel op terugkomen.
De heer De Bruijn sluit zich graag aan bij de woorden van de heer
Divendal voor wat betreft het eerder betrokken worden van de raads-
commissie bij dit soort plannen. Want hij herinnert zich dat dit plan
in de commissie volkshuisvesting aan de orde is geweest net alleen
een maquette, terwijl tegelijkertijd het plan van de wontngbouw-
vereniging toch min of meer al een bepaalde afronding had gekregen.
De frakties kregen toen brieven van de bewoners ten noorden daarvan
°ver de hoogte enzovoorts, waarop zij eigenlijk moesten zeggen dat zij
het plan niet goed kenden en dat zij alleen maar een maquette gezien
hadden. Als de raad in een eerder stadium ingelicht wordt over dit
soort plannen, althans de commissie, dan vindt hij dat een goede zaak.
Het ontwerp-besluit wordt zorider hoofdelijke stemming vastgesteld.