sn £Ässr.i.f .ïä:.îs
iifu"t5r,r.«;rthipïïi?r,ï"fei\si5in"ifain
WO 21 juli 1988
ARTIKEL 8 NATUURGEBIED (N)
1 De op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn
bêstemd voor het behoud en herstel van de aldaar voorkomende
natuurwetenschappelijkelandschappeli]ke en cultuur-
historische waarden, alsmede de înstandhouding
aanwezige landgoederen.
2. op deze gronden zijn in verband met de in lrd 1
bedoelde bestemming toelaatbaar: ;nn;nnnn.
a beplantingen en ovenge groenvoorziemngen,
b" verharde wegen en waterlopen, voorzover deze aanwezig
zijn op het moment dat het ontwerp-bestemmrngsplan ter
inzage wordt gelegd;
c. bouwwerkengeen gebouwen zi^nde;
d. onverharde paden en wegen.
3. De bouwwerken mogen uitsluitend gebouwd worden met
inachtnemi ngh^an 11 e i na f sche r
voofzover2zij dlenerter^afscherming^van gronden die
b. .»urik.n ,e.n .ebouoen
zijnde mag ten hoogste 3.00 m bedragen.
4 Een vrîjstelling als bedoeld in artikel 17 van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening kan ten aanzien van de
bedoelde gronden niet worden verleend.
5. Uitgezonderd de gevallen genoemd in 1W is het
a!' 'het^aanbrengen van terreinverhardingen zoals wegen en
h het^aanbrengen van bovengrondse of ondergrondse
transport- energie- of telecommunicatieleidrngen
c. het ontginnen, bldemverlagen of afgraven, ophogen of_
pnAliseren van de gronden met meer dan 0.3
de daarop gebaseerde verordening nret van toepa-.srng
hefbeplanten met heutt,. ge».ssen gton.eJ
aangemerkt
f. het scheuren van grasland;
27