wo
21 juli 1988
72
opgenomen, zodat in het plan geen manco's voorkomen.
Daarnaast is in het aanlegvergunningenstelsel een
aantal werkzaamheden opgenomen die alleen met schrifte-
lijke toestemming van burgemeester en wethouders kunnen
worden uitgevoerd. Dit aanlegvergunningenstelsel biedt
voldoende waarborgen om rekening te houden met de
specifieke kwaliteiten van elke buitenplaats afzonder-
lijk. Daarnaast moet worden opgemerkt dat bij een
eventuele aanvraag van een aanlegvergunning een
belangenafweging dient plaats te vinden van de van
belang zijnde waarden vanuit landschappelijk oogpunt en
vanuit het gebruikersstandpuntOp dat moment zal een
toetsing plaats dienen te vinden, per geval afzonder-
lijk, aan de hand van de dan aanwezige landschappe-
lijke, ecologische en cultuurhistorische waarden.
Bovenstaande redenen zijn mede aanleiding geweest om
geen struktuur bepalende elementen op te nemen.
Speciale vermelding verdient in dit geval nog de
situatie op de buitenplaats de Hartekamp. De instelling
is geregistreerd als bosbouwonderneming bij het
Bosschap, waardoor de kapverordening niet van toepas-
sing is. Velling van houtopstanden behoeft dus alleen
gemeld te worden bij de Directeur S.B.B..
In de toelichting wordt aangegeven dat zowel op de
gronden met de bestemming Natuurgebied (N) als op de
gronden met de bestemming Maatschappelijke doeleinden,
medische voorzieningen (Mm) een waardevol boombestand
voorkomt wat een grote zorgvuldigheid vraagt ten
aanzien van beheer en onderhoud.
Een aantal buitenplaatsen is niet meer begrepen in dit
nieuwe ontwerpplaneen argumentatie hiervoor heb ik niet
aangetroffen
Zoals in de inleiding is vermeld beoogt deze herziening
in hoofdzaak een antwoord te geven op de Kroonuitspraak
van 12 december 1983 en een-aantal recente ontwikke-
lingen die bij een aantal buitenplaatsen in gang zijn
gezet. Dit is niet bij alle buitenplaatsen uit het plan
Natuurgebieden" het geval, zodat voor die terreinen
geen reden aanwezig is, ze in deze herziening te
betrekken
De omschrijving van de landschappelijkeecologische en
cultuurhistorische waarden van de verschillende gebieden is
naar mijn mening veel te summier om als basis te dienen voor
enigerlei toetsing. Deze dient te worden aangevuld met
inhoudelijk materiaal. Vooral bij aanvragen voor aanlegver-
gunningen, waarbij een belangenafweging plaatsvindt, zijn
meer gegevens noodzakelijk
De toelichting is op een aantal punten aangepast.
64