198
21 juli 1988
met het college eens. De informatie die in de commissie algemene be-
stuurszaken niet kon worden gegeven, namelijk op wat voor gronden het
commissariaat van de media na het besluit van de raad in mei een keuze
zou maken tussen beide organisatiesheeft spreker zelf bij het commis-
sariaat nagevraagd. En het bleek dat zij voor een nadere keuze tussen
de beide gegadigden geen criteria hanteren. En er noch bij wet, noch
bij andere regelgeving dergelijke criteria aangereikt. In de brief van
het commissariaat wordt ook geen nieuwe uitspraak gevraagd van de raad.
Er wordt alleen gevraagd om te bezien of samenwerking is gelukt.
De beide organisaties voor locale omroep hebben wel een uitspraak van
de raad gevraagd. Spreker heeft uit het contact met het commissariaat
van de media begrepen dat ook het commissariaat met deze situatie rede-
lijk in de maag zit, want ook in andere gemeenten speelt dit probleem
en hij heeft begrepen dat er meer gemeenten zijn waar dit probleem
speelt, dan gemeenten waar het probleem niet speelt en er is thans geen
jurisprudentie om hier uit te komen. De raad staat nu voor die uitspraak
n.a.v. het voorstel van het college. En men moet daar niet voor weglopen.
Zijn fraktie heeft zich uitgebreid gebogen over de vraag waar men beide
organisaties op zou moeten beoordelen, naast de zaken die ai eerder zijn
besproken. Zij komt dan tot 3 punten. De vakbekwaamheid of ervaring, de
organisatie en de inhoud en ideeën m.b.t. de programma's. Op het eerste
punt vakbekwaamheid en ervaring beoordeelt zijn fraktie beide organisa-
ties gelijkwaardig, bepalend hierbij is vakbekwaamheid.
Zeker het aspekt ervaring moet bij een nieuw fenomeen als locale omroep
niet al te zwaar gewogen worden. Overigens is ervaring vaak een dooddoe-
ner, het beperkt de mogelijkheid om tot nieuwe dingen te komen en spre-
ker weet niet of er wel eens schoolverlaters zijn die gesol1iciteerd
hebben en regelmatig geconfronteerd werden met het feit dat ze helaas op
grond van gebrek aan ervaring niet in aanmerking komen. Dus vakbekwaam-
heid staat bij haar voorop en beide organisaties hebben mensen in hun
geledingen met vergelijkbare ervaringen in de bejaarden- en ziekenom-
roep en ook in jongerenorganisaties. Wat de organisatie betreft zou spre-
kers fraktie het het mooiste hebben gevonden als er een verenigingsvorm
was geweest waar iedere burger lid van kon worden en op die manier, ze-
ker in een situatie waar er maar 1 zendgemachtigde zou zijn, ook via die
verenigingsvormen invloed zou kunnen uitoefenen op het beleid van die or-
ganisatie. Het 2e punt bij de organisatie is dat zijn fraktie er een
voorkeur aan geeft, dat er een organisatie is die specifiek voor de Heem-
steedse situatie locale omroep bedrijft. De ALOH is een stichting, niet
een vereniging, maar is wel specifiek voor Heemstede bedoeld. "De Bran-
ding" is een vereniging, maar is niet specifiek voor Heemstede bedoeld,
want voert activiteiten uit in andere gemeenten om ons heen en een ander
punt daarbij is dat het een vereniging is waar geen vrije toetreding is,
waarbij ballotage door de ledenvergadering plaatsvindt en er dus in fei-
te sprake is van het door de heer Bleekemolen verworpen beginsel van
coöptatie. Wat betreft de inhoud en de programma's heeft spreker al eer-
der gezegd - door het gesprek met "De Branding" is hij daarin gesterkt -
dat ALOH een duidelijk uitgewerkt programma geeft, laatstelijk nog op
de manier zoals het een omroep betaamt, in de vorm van een programma.
Een te beluisteren programma, niet op papier maar op een bandje, zodat
men kan horen hoe het er in de toekomst uit gaat zien. "De Branding"
heeft een globale invulling van het programma en nog steeds gebaseerd
op de nota locale omroep voor senioren; de eerste notitie waarmee
"De Branding" is begonnen. Als men die beide tegenover elkaar ziet, dan
meent spreker dat de ALOH een beter uitgewerkt programma heeft en betere