21 juli 1988
183
zij wilden. Het is misschien een wat bijzonder beginset van gelijke be-
handeling, maar zo is het weleen ieder heeft meer gevraagd en een ie-
der heeft minder gekregen dan hij wilde. Maar daarnaast is dan ook heel
duidelijk aangegeven waar, hoe en op welke wijze dat begrensd wordt, zo-
dat er voor de gemeente een zo groot mogelijke zekerheid zal bestaan dat
het zich ook binnen die grenzen in de komende tijd zal afspelen. Boven-
dien is daarbij ook nog eens uitdrukkelijk gekeken dat daar waar moge-
lijkheden geschapen zijn, dat dan op plaatsen is waar de landschappelij-
ke en negatieve beschrijving dusdanig is dat dit dan ook verantwoord ge-
noemd kan worden. Kortom, alles is er op gericht geweest om te voorkomen
dat de aantasting van het gebied groter zou worden dan nu is aangegeven.
Er zijn maar 3 bezwaarschriften ingediend, waarvan er 2 in meer algeme-
nere zin zijn gesteld. De vraag of de bewoners van de meeste buitenplaat-
sen zich dan ook kunnen vinden in de aangegeven mogelijkheden gaat niet
op voor Bloemenoord, het oostelijke deel van het voormalige Dennenheuvel
Ook aan deze buitenplaats werd de goedkeuring onthouden in het bestem-
mingsplan natuurgebieden en hoewel de verschillende sprekers hierover
het nodige hebben gezegd, wil spreekster toch, omdat het een punt is dat
terecht veel belangstel1ing heeft van een ieder en waar de discussie
zich eigenlijk volledig op concentreert, de zaak nog eens duidelijk op
een rij zetten. Het K.B. van 1983 verwierp het door de gemeente vastge-
stelde plan en spreekster wil nadrukkelijk zeggen "de gemeente", want
als mevrouw De Zwart zegt dat de gemeente niets heeft voorgesteld, dan
zegt spreekster dat de gemeente oorspronkelijk wel degelijk iets heeft
voorgesteld: 3 bouwlocaties op grond van een aantal overwegingen. De ene
overweging was dat de bouwlocatie in het westelijk gedeelte van het ter-
rein onaanvaardbaar zou zijn, gezien het belang van de instandhouding
van de aanwezige waarde daar en de 2 nieuwbouwplaatsen in het oostelijk
gedeelte zullen de verdere verkaveling bevorderen, hetgeen zal leiden tot
een ernstige aantasting van het karakter en - zij citeert letterlijk -
dat daarom ook in dit geval het scheppen van verspreid liggende nieuwe
woonlocaties dient te worden tegengegaan. Vervolgens zegt het Kroonbe-
sluit: dat uit het vorenstaande volgt dat in het oostelijk gedeelte woon-
bebouwing slechts aanvaardbaar is voorzover het bestaande locaties be-
treft. Spreekster denkt dat het daar allemaal om draait, zeker als zij
luistert naar het verzoek van 2 frakties om toch nog eens te overwegen
of de locatie het Vinkenhuis niet tot de mogelijkheden zou behoren.
Zij is er zeker van dat de strekking van het Kroonbesluit niet onduide-
lijk te noemen is. Het was ook heel duidelijk dat de gemeente gewoon de
opdracht kreeg om het huiswerk over te doen en kreeg daarbij duidelijke
richtlijnen mee. En dan staat men voor de vraag wat men dan moet doen.
Enerzijds heeft de gemeente duidelijk getoond begrip te hebben voor de
wensen van de bewoners van de buitenplaats en wil daar ook best en daad-
werkelijk rekening mee houden - dat bleek ook uit dat toenmalige bestem-
mingsplan - anderzijds blijkt dat de provincie er andere opvattingen op
na houdt en bovendien voor dat beleid ook nog eens de steun krijgt van
de Kroon. En dan moet men ook vaststellen en dat is heel onaangenaam en
zich goed realiseren, dat de gemeente in feite geen eigen beleid op dit
gebied kan voeren. Want de provincie bepaalt uiteindelijk in deze het
beleid. Blijft over dat de gemeente slechts een mogelijkheid heeft om
hier en daar in de marge te proberen binnen dat toch strikte provinciale
landgoederenbeleid, toch nog wat aan de belangen en de vragen van de
direct betrokkenen tegemoet te komen.
De gemeente heeft dat ook gewoon geprobeerd, al is het dan niet naar
wens en ook niet voldoende naar de zin van betrokkenen. Zij heeft wel