APi 29 september 1988 91a
ja Algemene toelichting.
In het beqin van de jaren vijftig leefde zowel in gemeentel1jke kring
als in de kringen van overheidspersoneel de wens naar de totstandkoming
van een op artikel 125, eerste lid, letter g der Ambtenarenwet 1929 ge-
baseerde voorziening, zoveel mogelijk langs de weg van onderlmge collec-
tieve risicoverdeling terzake van de ziekteverzorging van gemeenteperso-
neel en de gezinnen van dit personeel
Zulks heeft geleid tot aanbevelingenvervat in een Rapport Ziektekosten-
voorziening, uitgebracht aan het toenmalige centraal orgaan voor gemeen-
schappelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden der
Vereniqing van Nederlandse Gemeenten.
Geopteerd is daarbij voor een publiekrechtel ijke samenwerkingsvorm die
de moqelijkheid bood van instelling van een rechtspersoonlijkheid bezit-
tend uitvoeringsorgaan. Eén en ander heeft nadere uitwerking gevonden in
de onderscheidene IZA-Regelingen, die toen provinciegewijs tot stand
zijn gekomen.
De viqerende IZA-Regeling Noord-Hollandwaarbij door daartoe samenwer-
kende qemeenten in de provincie Noord-Holland is opgericht, onder ver-
meldinq van de domicilie, een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam,
qenaamd Instituut Ziektekostenvoorziening (IZA) ten behoeve van het per-
soneel in dienst van gemeenten in de provincie Noord-Holland, îs gefun-
deerd op de - inmiddels ingetrokken - Wet Gemeenschappel 1 jke Regenngen
van 1 april 1950, Stb K 120.
Per 1 ianuari 1985 zijn, op een enkel artikel na, nieuwe bepalingen
hiervoor in de plaats getreden. Zij zijn vervat in de Wet van 20 decem-
ber 1984, Stb 667, welke kan worden aangehaald als Wet Gemeenschappelijke
Regelingen (WGR 1984).
Ingevolge artikel 122 van de WGR 1984 dienen bestaande regelingen vôör
1 januari 1990 in overeenstemming te worden gebracht met deze wet.
Tijdig, op een daarvoor door Gedeputeerde Staten bepaald tijdstip gele-
qen vöôr 1 januari 1990, moeten de aangepaste regelingen opmeuw ter
qoedkeuring worden aangeboden aan en deze goedkeuring ook te hebben ge-
kregen van het gezag dat ingevolge deze wet tot goedkeuring van de rege-
ling bevoegd is.
Het voorgestelde besluit houdt de betreffende wijziging in en beperkt
zich overigens ook tot die bepalingen die ingevolge de meuwe WGR niet
langer in stand kunnen blijven. Niettemin wordt, gelet op de hiermede
qepaard gaande omvang van de wijziging en het ingrijpende karakter daar-
van, in afwijking van het bepaalde in artikel 107 van de wet, het be-
siuit ter vaststelling aan de raden der deelnemende gemeenten voorgelegd.
Voor meer gedetai1leerde informatie zij verwezen naar onderstaande arti-
kelsgewijze toelichtirig.
-17-