APZ 29 september 1988 91b
TOELICHTING.
De voorliggende wijziging van de IZA-Regeling Noord-Holland is het
vervolg op de circulaire welke is toegezonden op 09-10-86, over de
specifieke gevolgen, die reorganisaties, waarbij taken en het daar-
bij betrokken personeel geheel of gedeeltelijk overgaan naar een
andere rechtspersoon, teweeg brengen voor de kontinuïteit van de
ziektekostenregeling.
In deze circulaire werd reeds aangekondigd dat een voorstel tot wijzi-
ging van de IZA-Regeling op dit punt in aantocht was. Het lag oorspronke-
lijk in de bedoeling de procedure vôôr 1 januari 1987 afgerond te
hebben, maar met name door de komplexiteit van de materie en het daar-
bij behorende overleg heeft de voorbereiding langer geduurd.
Het voorstel bevat een wijziging van hoofdstuk XII van de IZA-Rege-
ling. In de vigerende regeling gaat dit hoofdstuk over de toe- en
uittreding van gemeenten. Het voorliggende voorstel voegt daaraan toe
bepalingen over de verandering in de inrichting van een dienstonder-
deel en plaatst deze bepalingen tezamen met die over de uittreding
in eenzelfde kader. Deze keuze vloeit voort uit het feit dat beiden
op dezelfde wijze de kontinuïteit en stabiliteit van de ziektekosten-
regeling aantasten, indien geen enkel rechtsgevolg aan de uittreding
of reorganisatie zou worden gegeven.
De reden van dit voorstel is gelegen in het feit dat de IZA-Regeling
in toenemende mate wordt gekonfronteerd met omvangrijke reorganisaties
bij deelnemende gemeenten en met uittredingen en reorganisaties van
(B3)-lichamen, waarvan het personeel tot de IZA-Regeling is toegelaten
(de voorgestelde bepalingen zijn nu ook expliciet van overeenkomstige
toepassing verklaard op deze lichamen). Voorbeelden van het eerste
zijn de keuringsdiensten van waren, de gemeentelijke energiebedrijven,
de loodsdiensten, en dergelijke. Voorbeelden ten aanzien van de
1ichamen zijn ziekenhuizen, welzijnsinstellingenen dergelijke.
Gemeenschappelijk kenmerk van al deze uittredingen en reorganisaties
is het gegeven dat tenminste de betrokken post-aktieve ambtenaren en
hun gezinsleden in het IZA blijven. Deze groep bestaat voor 95% uit
ouderdoms- en invaliditeitsgepensioneerden.
De IZA-Regeling kent een omslagstelsel gekenmerkt door onder andere
solidariteit tussen gezonden en zieken, jongeren en ouderen, hoge en
lage inkomens en kleine en grote gezinnen. Ouderen hebben gemiddeld
meer ziektekosten en tevens een lager inkomen (dan in hun aktieve
periode) en daarom moeten de hoge lasten mede opgebracht worden door
de andere groepen.
Enige cijfers (1986)
kosten opbrengst saldo
aktieve deelnemer 2.291 3.216 9?5
post-aktieve deelnemer 5.008 2.113 - 2.895
gemiddeld 2.949 2.949 0
Konklusie: er zijn ongeveer drie aktieven nodig om de "extra" kosten
van één post-aktieve te dekken.
- 23 -