wo
27 oktober 1988
105
ARTIKEL 16 GROENVOORZIENINGEN
1De op de kaart als zodanig aangegeven gronden zijn bestemd voor groenvoor
zieningen.
2. Op de in lid 1 bedoelde gronden zijn toelaatbaar:
a. plantsoenen, bermen en overlge groenvoorzieningen;
b. voetpaden;
c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
d. speelvoorzieningen.
3. De bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3.
meter bedragen.
- 28 -