wo
27 oktober 1988
105
ARTTKEL 18 OVERSCHRIJDING BOUWGRENZEN
1. Bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door:
a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden en funderingen;
bbouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, standleidingen voor hemel-
water, gevelversieringen, wanden van ventilatiekanalen en schoorstenen
indien de overschrijding nlet meer dan 12 cm. bedraagt;
c. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, waarbij de overschrijding
niet meer dan 50 cm. bedraagt;
dgoten en ondergrondse afvoerieidingen in inrichtingen voor de verzame-
ling van water en rioolstoffen;
ehijsinrichtingen welke de bouwgrens met niet meer dan 1.00 meter
kunnen overschrijden.
2. Voorzover de grens met de bestemming verkeer of verblijfsgebied wordt over-
schreden:
a. is het aanbrengen van de in lid 1 onder a genoemde bouwwerken of delen
van bouwwerken niet toegestaan;
bmogen de in lid 1 onder c genoemde bouwdelen niet lager worden aangebracht
dan 4.20 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1.50
meter langs een rijweg en dan 2.20 meter boven een voetpad, voorzover dit
voetpad geen deel uitmaakt van de hierboven bedoelde strook;
c. mogen de in lid 1 onder e genoemde konstrukties niet lager worden aange-
bracht dan 4.20 meter boven de gronden met de bestemming verkeer of ver-
blijfsgebied.
3. Burgemeester en wethouders zijn evoegd vrijstelling te verlenen voor:
aoverbouwingen ten dienste van de verbinding van twee bouwwerkenmits deze
werken, wat de hoogte boven de gronden met de bestemmlng verkeer of ver-
blijfsgebied betreft, voldoen aan het bepaalde onder e, sub 1 en 2 van dit
lid
btoegangen van bouwwerken, die de grens met de bestemming verkeer of ver—
blij fsgebiedniet overschrijdenmits zij de bouwgrens met niet meer dan
1.50 meter overschrijden en geen grotere oppervlakte hebben dan 6.00 m
c. stoepen, stoeptreden en funderingen, die de grens met de bestemming ver-
keer of verblijfsgebied overschrijden;
dplinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, wanden van ventilatieka-
nalen en schoorstenen, die de bouwgrens met meer dan 12 cm. over-
schrijden, dan wel die de grens met de bestemmlng verkeer of verblijfsge-
bied overschrijden;
e. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken, welke de bouwgrens
met meer dan 50 cm. overschrijden, mits zij niet lager zijn geplaatst
dan:
1. 4.20 meter boven een rijweg of boven een strook ter breedte van 1.50
meter langs een rijweg;
2. 2.20 meter boven een voetpad, voorzover dit voetpad geen deel uitmaakt
van de onder 1 genoemde strook;
f. erkersbalkons en galerijen, mits zij de bouwgrens met nlet meer
dan 2.00 meter overschrijden en mits zij bij overschrijdlng van de grens
met de bestemmlng verkeer of verblijfsgebied wat de hoogte boven deze
gronden betreft, voldoen aan het bepaalde onder e, sub 1 en 2 van dlt lid;
- 31 -