wo
27 oktober 1988
105
ARTIKEL 22 VERANDERING BESTAAND GEBRUIK VAN ONBEBOUWDE GRONDEN EN
VAN BOUWWERKEN
1. Het in artikel 21 bedoelde bestaande afwijkende gebruik van ongebouwde gron-
den en van bouwwerken raag worden gewijzigd. Het is verboden dit gebruik zo-
danig te wijzigen dat daardoor de bestaande afwijking van het plan naar aard
en/of intensiteit wordt vergroot.
2. Indien strikte toepassing van het verbod, vervat in lid 1, leidt tot niet
door dringende redenen te rechtvaardigen beperkingen van het meest doelraa-
tige gebruik, verlenen burgemeester en wethouders vrijstelling van dat verbod.
3. Een vrijstelling als bedoeld in lid 2 wordt niet verleend, dan nadat de com-
missie voor ruimtelijke ordening en volkshuisve6ting is gehoord en dan nadat
belanghebbenden gedurende 1A dagen gelegenheid is geboden om tegen het voor-
genomen andere gebruik schriftelijk bezwaren in te dienen. Van het voorgeno-
men andere gebruik en de mogelijkheid voor belanghebbenden daartegen schrifte-
lijk bezwaren in te dienen geven burgemeester en wethouders kennis aan de
eigenaren en gebruikers van de aangrenzende gronden en bouwwerken, openbare
kennis in één of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente worden verspreld
en op de gebruikelijke wijze.