Wq 27 oktober 1988 1^5
ARTIKEL 3 HOOGTEMATEN
1. Tenzij in hoofdstuk II anders is voorgeschreven geeft het op de kaart achter
een letter of letterkorobinatie ingeschreven eerste arahische cijfer
maal toelaatbare goot- en boeiboordhoogte van gebouwen in meters aan.
2. Het oP de kaart achter een ietter of letterkombinatie ingeschreven tweede
arabische cijfer geeft de maxlmaal toelaatbare bouwhoogte van gebouwen
Deze^mag^slechts worden overschreden door schoorstenenantennemasten en an-
dere öndergeschikte bouwdelen. welke ten hoogste 20% van de gevelbreedten en
5% van de oppervlakte van het gebouv bedragen.
3 Geen deel van het gebouw waarvan de maximaal toelaatbare goothoogte is be-
paald mag uitsteken buiten de denkbeeldige vlakken. die de betreffende ge-
vels snijden ter hoogte van de maximum-goothoogte en terugvallen onder hoe
ken van 70°met de borizon. aritonnp_
Deze bepaling is niet van toepassing op schoorstenendakkapellen, antenne
masten en andere ondergeschikte bouwdelen, welke ten hoogste 20% van de gevel-
breedten en 57. van de oppervlakte van het gebouw bedragen.
4 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het stellen van nadere eisen ten
aanzien van de in 1id 3 genoemde maximale hellingshoek indien zulks noodza
kelijk is ter verkrijging van e«rn zo goed mogelijke aansluiting bi] bebouwing
op belendende percelen met dien verstande dat:
a. daardoor de gebruiksmogelijkheden van de te bouwen dakkonstruktie niet
onevenredig wordt beperkt;
b. de hellingshoek niet wordt teruggebracht tot minder dan 30
- 13 -