24 november 1988
269
een Politiek Publiek Promotieteam, van mensen uit de raad, die direkt en
effektief in de richting van de provincie druk gaat uitoefenen ter onder-
steuning van het streven van het college. Het college probeert binnen de
randvoorwaarden waarin we zitten zo goed mogelijk oplossingen te presen-
teren voor de verkeersproblemen. Het verkeersplan wat nu voorligt is daar
een voorbeeld van.
Toch is het geen oplossing van de problemen, maar eerder vorm van verde-
len van de armoe.
Binnenkort spreken we daar verder over, mede aan de hand van reakties van
de inwoners. Mijn fraktie zal deze plannen beoordeien vanuit de belangen
van de zwakkere verkeersdeelnemer (de voetganger en de fietser) en vanuit
het blijvend beschermen van woonwijken tegen onnodige verkeersoverlast.
Een ander punt is het openbaar vervoer. Verschillende studies worden uit-
gevoerd naar de vraag of de busiijnen onder meer in Heemstede niet anders
zouden moeten lopen. De meeste buslijnen gaan van noord naar zuid en om-
gekeerd. Veel delen van Heemstede zijn niet of moeizaam door het openbaar
vervoer met elkaar verbonden. Uit een oogpunt van openbaar vervoer is het
helemaal een slechte zaak dat delen van Heemstede b.v. de Glip en Merlen-
hoven en straks het Prinseneiland geen direkte verbinding hebben met het
station Heemstede-Aerdenhout. Deze Heemstedenaren zijn met het openbaar
vervoer makkelijker bij station Haarlem dan bij het station in hun eigen
gemeente, maar ze doen er dan wel veel langer over. Onlangs is de positie
van de regiogemeenten tegenover de busondernemingen veranderd. Kan in dit
verband niet nadrukkelijker invloed uitgeoefend worden en aandacht ge-
vraagd worden voor deze problemen?
Een derde punt dat nog openstaat is het herijken van de subsidiesystema-
tiek. Het college heeft dat op korte termijn nu toegezegd. Wat mijn frak-
tie betreft gaat het vooral om de volgende punten:
1. De werkwijze bij de beoordeling van subsidie-aanvragen voor verschil-
lende aktiviteiten zou gelijksoortig moeten zijn (b.v. sport tegen-
over sociaal-cultureel werk).
2. Bij de toekenning van subsidies moet zowel het inkomen als het vermo-
gen van de personen of instellingen meegewogen worden.
3. Er moet meer inzicht komen in de zg. versluierde of indirekte subsi-
dies.
4. Gesubsidieerde instellingen moeten meer vrijheid krijgen bij de be-
steding van de subsidies, maar dit wel gekoppeld aan een duidelijke
inhoudelijke toetsing en verantwoording van de manier waarop het geld
is gebruikt.
5. De criteria en uitgangspunten voor subsidieverlening moeten duidelijk
en inzichtelijk zijn.
Is het college voornemens deze punten bij de uitwerking van nadere voor-
stellen mee te nemen?
Een vierde punt is de ontwikkeling van het gebied ten noorden van de
Zandvoortselaan en ten westen van de spoorbaan. In de beleidsintenties
wordt de mogelijkheid genoemd om hier ruimte te reserveren voor passende
kleinschalige werkgelegenheid. In het recentelijk door het gewest Zuid-
Kennemerland gepresenteerde onderzoek naar de economische mogelijkheden
in deze regio werd de vraag naar bedrijfsverzamelgebouwen nadrukkelijk
genoemd. Ziet het college mogelijkheden een dergelijk gebouw van beperk-
te opzet daar te realiseren?
Een vijfde punt is de kinderopvang. Op dit moment wordt een onderzoek
naar de behoefte aan kinderopvang uitgevoerd. Tegelijk staan er vele kin-
dercn op de wachtlijst. Onlangs is bekend geworden dat het rijk gelden
voor kinderopvang via de gemeente wil laten verdelen. Op wat voor wijze