24 november 1988
249
Sprekor heeft beqrepen dat noch de V.V.D.-fraktie noch de C.D.A.-fraktie
hier voor voelen. In dit geval is er in teqenstelling tot. het vredesplat-
form ook niet de bereidheid om voorshands niet toe te treden. Hij denkt
dat het goed is als beide frakties eens zouden gaan praten met bijvoor-
beeld hun Haarlemse collega's, waar dit onderwerp onlangs ook aan de or-
de is geweest en waar de raad unaniem, dus zowel met de V.V.D.- als met
de C.D.A.-fraktie besloten heeft tot aansluiting bij het initiatief.
Wat dit betreft kwam spreker op de volgende punten. Er is zoiets als
overtuiging, men kan aannemen dat mensen dat hebben, er is zoiets als ge-
tuigenis, dat is de spiegel van de overtuiging, dat is neergelegd in de
motie van de raad en dan heeft men daden, dat is de toetssteen van die
overtuiging. Wat dat betreft is hij wat teleurgesteld op dit onderwerp
in het standpunt van de beide andere frakties.
Mevrouw 1Jsselmuiden deelt mede dat haar fraktie tegenover het doel
van deze veremging positief staat. Men zal dat begrijpen als men zich
herinnert dat haar fraktie enige maanden geleden het initiatief heeft
genomen voor een gemeentelijke verklaring tegen apartheid. Een initia-
tief dat geleid heeft tot een raadsbrede uitspraak hierover. Evenals bij
het vredesplatform willen gemeenten zich bundelen in deze vereniging om
waar mogelijk en nodig gemeentelijke anti-apartheid-aktiviteiten te coör-
dineren en de gemeenten te informeren en te stimuleren. In principe staat
haar fraktie daar positief tegenover. Toch gaat zij akkoord met het voor-
stel van het college, hoewel zij daaraan wil toevoegen dat zij voorshands
nog niet toetreedt, omdat zij evenals bij het vredesplatform, toch de
ontwikkelingen noq wil afwachten, aangezien zij in deze zaak de grootste
zorgvuldigheid wil bptrachten. Dat is de reden waarom zij voorshands niet
toetreedt
De heer Bleekemolen heeft geen andere behoefte dan te zeggen dat zijn
fraktie het eens is met het col1ege-standpunt en tot de heer Van Schalk-
wijk wil spreker zeggen dat zijn fraktie goede redenen heeft om niet al-
tijd met de colleya's uit Haarlem op alle punten mee te gaan.
De voorzitter antwoordt dat. het standpunt van het overgrote deel van
het college een betrekkelijk bestuurlijk pragmatisch standpunt is.
Wat dat betreft wijkt het af van het afwachtend standpunt van mevrouw
IJsselmuiden. Het college heeft geredeneerd dat er zoveel goede doelen in
de wereld zijn, zowel op buitenlandse politiek als op welk ander gebied
dan ookmaar dat er nog geen aanleiding is dat de Nederlandse gemeenten
als zodanig daarvoor zelf ook nog weer een organisatie oprichten, want zo
zou men kunnen krijgen: de gemeenten tegen de kanker, of de gemeenten te-
gen wat dan ook; op zich kan dat allemaal, maar daarom is het nog niet
wenselijk om dat te doen.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt be-
sloten de gemeente niet als lid t.e doen toetreden.
3. Brief van het bestuur van R.C.H. d.d. 1-11-1988, houdende de medede-
linq dat zij afzien van de beroepszaak inzake de tribunebouw.
4. Brief van W. Blijdorp d.d. 14-10-1988, waarbij wordt toegezonden een
afschrift van een schrijven aan de Nederlandse Vereniging van Dieren-
tuinen, inzake een persbericht met betrekking tot een subsidie van
Shell aan Diergaarde Blijdorp.
Burgemeester en wethouders stellen voor de stukken, vermeld onder de
punten 3 en 4voor kennisgeving aan te nemen.