13
ook in de Zandvaart en aan de loswal tot het verleden behoren. Naar
sprekers mening kan men met het bereikte resultaat tevreden zijn. De heer
De Bruijn en de heer Bleekemolen hebben dit reeds beaamd. Wat bereikt is,
is in het financiële belang van de gemeente.
De heer Van Schalkwijk vindt het voor stellingname van zijn fraktie van
belang te vernemen, of er voordat de onderhandelingen begonnen waren, er
een inschatting is gemaakt van de mogelijke consequenties. Met betrekking
tot situaties van wegbestemmen en eventuele planschade zijn in Nederland
voorbeelden te over.
Wethouder Baar deelt mede dat hij zich daarover naar vermogen heeft
laten informeren. Spreker stelt dat het hier ging om een situatie die in
den lande nauwelijks vergelijkbaar is. Hij deeit mede in de financiële
commissie geprobeerd te hebben te vertellen hoe dit als regel globaal in
procedures toegaat. Hij heeft daar niets meer aan toe te voegen. Er was op
dat moment niet precies en exact aan te geven wat in een eventuele schade-
vergoedingsprocedure voor de rechter, aan zekerheid grenzende waarschijn-
lijkheid, de uitkomst zou zijn geweest. Kijkend naar de elementen die bij
vaststelling van schadevergoeding zo hun rol spelen heeft hij daar wel een
zekere verwachting van. Hij vermoedt dat de uitkomst, in bedragen uitge-
drukt, wel eens aanzienlijk hoger zou kunnen zijn dan de som waarop nu is
uitgekomen. Immers, betrokkene zou kunnen verlangen dat ook de Zandvaart op
diepte zou worden gehouden. Spreker is van oordeel dat vandaag kan worden
gezegd: "Take it or leave it", maar dat het in hoge mate onverstandig zou
zijn om nu te zeggen: "leave it".
Op verzoek van de heer Van Schalkwijk schorst de voorzitter de vergade-
ring te 21.15 uur en heropent deze te 21.25 uur.
De heer Van Schalkwijk merkt op, dat de wethouder omstandig beweert,
dat hij niet de indruk heeft willen wekken die kennelijk wel bij de raad
bestaat. Dat kan iemand natuurlijk wel zeggen, maar het is wel merkwaardig
dat men moet constateren dat het bij de CDA-fraktie rauw op het dak is
gevallen en bij de VVD-fraktie volstrekte verbazing heeft gewekt en niet de
schoonheidsprijs heeft verdiend. Ook bij sprekers fraktie is die indruk
feitelijk wel gevestigd. De rest van het verhaal van de wethouder is naar
zijn oordeel academisch. De heer Baar heeft ook gezegd dat hij het een
slechte zaak vindt dat dit onderwerp op deze manier in de raad wordt
behandeld. Spreker is het met hem eens. Het had beter voorbereid moeten
worden. Er moet een trechtertje weg; er wordt onderhandeld; de inschatting
van het college is: dat hoeft ons niets te kosten; de ondernemer zegt dat
hij hem wel niet gebruikt, maar hij gaat hem wel gebruiken; als gevolg
daarvan moet er door de gemeente worden gebaggerd en dat kost veel meer op
grond van het feitelijk niet gebruiken en dan gaat de inschatting van f.
0,— naar f. 94.000, Dat kan er bij sprekers fraktie niet in en hij is
dus niet blij. Zij heeft dus geen plezier in het resultaat wat bereikt is.
Dat is ook de reden waarom in eerste termijn werd gezegd eerst nog naar de
alternatieve mogelijkheden te kijken om er dan in een later stadium nog op
terug te komen. Ondanks het feit dat spreker bij de andere frakties
beluisterd heeft, dat zij soortgelijke gevoelens hebben over de wijze
waarop deze zaak is gegaan, heeft hij ook kunnen beluisteren dat de andere
frakties uiteindelijk wel akkoord gaan met het voorstel van het college.
Spreker vindt dat jammer, maar het zij zo. Spreker deelt mede dat zijn
fraktie met het voorstel van het college niet akkoord zal gaan.
26 januari 1989