26 januari 1989
VIII. Wijziqing subsidieverordeninq voor woonconsumenten. (volgnr. 6).
De heer Mulder zegt, dat zijn fraktie grote waarde hecht aan deze
verordening. Hiermee wordt immers de mogelijkheid geopend tot financiële
ondersteuning wanneer burgers zich geroepen voelen aktie te ondernemen ter
behartiging van hun bewonersbelangen. Het onderhavige voorstel betekent een
versoepeling van de verordening die ruim twee jaar van kracht is. Het
splitsen in twee zesmaandelijkse perioden betekent misschien niet zozeer
een drempelverlaging als wel een verkleining van de kans dat men voor een
gesloten deur komt te staan. Dat dit probleem van een gesloten deur wordt
ondervangen door de twee-deling zoals in de toelichting ad 1 wordt gesteld,
acht spreker een al te optimistische conclusie. Het probleem wordt hoog-
stens verkleind. Of de versoepeling inderdaad effect zal sorteren hangt
uiteraard primair af van de vraag of, en zo ja in welke mate, er bij de
bewoners behoefte bestaat om een beroep op de verordening te doen. Sprekers
fraktie vindt het daarom gelukkig dat het college een hernieuwde publici-
teit voorziet, waardoor een eventuele latente behoefte zal kunnen worden
geactiveerd. De in de verordening genoemde termijnen worden door de
voorgestelde wijziging verdubbeld. Dit geldt voor de indiening van de
subsidieverzoeken, het besluit van toekenning door B&W - waar een termijn
van maximaal 3 maanden voor staat -, de betaalbaarstel1ing, de financiële
verantwoording en controle. Er mag stellig op worden vertrouwd dat deze
extra belasting van het bestuurlijk en ambtelijk apparaat door passende
maatregelen dusdanig zal worden ondervangen, dat geen vertraging in de
procedures behoeft te worden gevreesd. Spreker verzoekt tenslotte van het
college de toezegging, dat na een jaar wordt bezien of de versoepeling van
deze verordening tot de beoogde resultaten heeft geleid.
Mevrouw De Zwart deelt namens de CDA-fraktie mee in te stemmen met de
voorgestelde wijzigingen. Spreekster vraagt zich af of de redaktie in
artikel 4 en artikel 7 wel juist is. Daar staat: "Tenzij door het rijk niet
bijtijds bekend is gemaakt welk bedrag beschikbaar is enz.", en zij vraagt
zich af of dat niet behoort te zijn: "Indien door het rijk enz." of "Als
door het rijk niet bijtijds bekend is gemaakt enz.", want "indien" of
"tenzij" betekent volgens haar "indien niet", en dan zou er sprake zijn van
een dubbele ontkenning hetgeen dus een bevestiging inhoudt.
De heer Divendal deelt mede, dat er naar zijn oordeel iets raars aan de
hand is. Een van de wijzigingen wil voorkomen dat de mensen voor een
gesloten deur komen te staan wanneer ze een aanvraag indienen. De heer
Mulder heeft dit reeds gezegd. Spreker denkt, dat zijn fraktie het in dit
geval een goede zaak zou vinden als zich de situatie zou voordoen dat deze
pot eens een keer op zou zijn en de mensen inderdaad voor een gesloten deur
zouden komen te staan. Spreker vindt het jammer, dat toch in de twee jaar,
dat de regeling bestaat - met alle respect voor degenen die er wel gebruik
van hebben gemaakt - niet alle mogelijkheden zijn benut. Misschien komt dat
omdat men ook niet voldoende weet van de regeling. In ieder geval is de
regeling in financieel opzicht onvoldoende benut om er uit te halen wat er
in zit. Het geld blijft natuurlijk staan, dat stemt dan wel hoopvol voor de
toekomst, maar het is hiermee niet van de baan. De wijzigingen, die in de
verordening zijn aangebracht, zijn een goede zaak, want het wordt daardoor
toch flexibeler waardoor mag worden gehoopt dat inderdaad eventueie
belemmeringen om er gebruik van te maken, zullen zijn weggenomen. Wellicht
dat ook in de toekomst wat meer experimenten, waar in eerste instantie niet
zo gauw aan wordt gedacht, ook on'derzocht kunnen worden door gebruikmaking