26 januari 1989
7
zoals spreker toen gezegd heeft. Maar, als pleister op de wonde, nog dit.
De wethouder heeft in de financiële commissie letterlijk gezegd, dat het
met geldleningen altijd koffiedik kijken blijft en spreker gelooft dat
iedereen en in ieder geval de minister van financiën zelf het daarmee eens
is. De CDA-fraktie gaat met dit raadsvoorstel akkoord.
De heer Van Schalkwijk vindt het aardig dat de heer De Bruijn terug-
grijpt op de lening van 12 miljoen en daar het rentepercentage bijhaait.
Wat dat betreft zijn de geluiden, die van de PH-fraktie daarover zijn
geuit, bekend. De fraktie was niet zo gelukkig met die constructie en er
moet natuurlijk uiteraard worden gewacht met wat het in 1991 precies zal
zijn, maar zoals het er nu uitziet denkt spreker dat de conclusie van de
heer De Bruijn gerechtvaardigd is. Wat dat betreft is het altijd de vraag
of koffiedik kijken nu precies hetzelfde is als speculeren.
De heer Baar deelt mede, dat hij zou willen volstaan met de mededeling
dat een tweede kopje koffie hem heel lekker zou smaken.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XII. Opheffinq laad- en losqeleqenheid Kanaaiweg. (volgnr. 10)
De heer Van Schalkwijk refereert aan een voorstel van het college van
twee maanden geleden, waardoor de reeds jaren nagestreefde oplossing van de
situatie bij de loswal bereikt leek. Het kostte een bom duiten, maar omdat
het bedrag bleef binnen wat de raad voor ogen had, is de raad daarmee toen
akkoord gegaan. Bij die besluitvorming verkeerde de raad nadrukkelijk in de
veronderstel1ing, dat daarmee de kous af was.
Van de zijde van het college was namelijk nadrukkelijk de indruk gevestigd
dat voor het verwijderen van de lostrechter van de fa. De Jong geen kosten
gemaakt hoefden te worden. Spreker deelt mede daarom ontstemd te zijn,
omdat nu een voorstel voorligt waaruit blijkt dat de regeling met de fa. De
Jong de gemeente bijna een ton gaat kosten. Spreker wil niet uitgebreid
uiting geven aan zijn boosheid doch zal volstaan met het stellen van een
aantal vragen. Vragen die voor de oordeelsvorming van zijn fraktie en naar
hij hoopt voor de oordeelsvorming van de andere frakties om een duidelijk
antwoord vragen. Spreker wil twee zaken, hoewei met moeite, nadrukkelijk
scheiden. Ten eerste de manier waarop dit voorstel tot stand is gekomen en
de wijze waarop de raad, dan wel de raadscommissie, daarbij is betrokken.
Ten tweede een inhoudelijke beoordeling van het voorstel zoals het er nu
ligt.
Ten eerste vraagt spreker zich af, of het college tijdens de behandeling în
de commissie financiën twee maanden geleden de overtuiging toegedaan was,
dat een verwijdering van de lostrechter van de fa. De Jong rechtens zou
kunnen worden gerealiseerd, zonder een aanmerkelijke vergoeding. Als dat
niet zo is en als er andere verwachtingen waren, waarom is daarvan toen in
de commissie geen mededeling gedaan met de indicatie van de omvang. De
tweede vraag is, of het college, alvorens de onderhandelingen met de fa. De
Jong te beginnen, nagegaan is wat een reële schadevergoeding voor het
bedrijf zou zijn bij verwijdering van de trechter, indien zulks in uiterste
instantie via een juridische weg zou moeten worden gerealiseerd. Ten derde
was - naar sprekers oordeel - het doel van de besprekingen gericht op het
verwijderen van de lostrechter alleen. Hij vraagt zich af wanneer het
college besloten heeft dat de onderhandelingen zich zouden moeten gaan
richten op het nu voorliggende voorstel. Ook wil spreker weten waarom het