23 februari 1989
Prinsenlaan en de noordelijke en westelijke grens van het laridgoed
Hertenduin; zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende teke-
ning;
te bepalen dat het verboden is binnen het onder I bedoelde gebied
zonder of in afwijking van een schrifteiijke vergunning van burge-
ineester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken geeri
gebouwen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te la-
ten uitvoeren, ëén en ander met uitzondering van normale onderhouds-
werkzaamheden:
a. ontginnen: bodein verlagen of afgraven; ophogen; egaliseren; scheu-
ren van grasland;
b. het aarileggen of verharden van wegen, paden of parkeergeiegenhe-
den en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
c. 1. buiten de erven vari bedrijfsgebouwen en woningen:
het opslaan, deponeren, lozen of storten van al dan niet afge-
dankte of aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen,
stoffen of produkten, alsmede het aanleggeri of iririchten van
opslag-, stort- of bergplaatsen, behoudens voorzover één en an-
der noodzakelijk is;
- in verband met het beheer gericht op de instandhouding van de
landschappelijke of natuurwetenschappelijke waarden van de
gronden, of in verband met de uitoefening van het bosbedrijf en
êén en ander bovendien niet betreft afgedankte of aan hun oor-
spronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen of produk-
ten; of
- voor de uitvoering van het agrarisch bedrijf, indien en voor-
zover deze uitoefening reeds plaatsvond op het tijdstip van
inwerkingtreding van dit besluit en één en ander bovendien be-
treft niet-afgedankte landbouwvruchten en produkten;
2. binnen de erven van bedrijfsgebouwen en woningen:
het opslaan of deponeren buiten de gebouwen van één of meer
aan hun gebruik onttrokken machines, voer- of vaartuigen, als-
mede het opslaan van gerede of onklare inachines, voer- of vaar-
tuigen dan wel het aanleggen of inrichten van opsiagplaatsen
daarvoor;