u
MÉSêê
48
30 maart 1989
t
en overheidsbeleid, heeft aangetoond, dat een verbetering van het
aanbod van kinderopvang en voorzieningen voor zwangerschaps- en
ouderschapsverlofdirekt van invloed is op de keuze voor het krijgen
van kinderen.
Spreker deelt mede, dat de uitkomst van de nota "onderzoek naar de
behoefte aan kinderopvang in Heemstede" sprekers fraktie niet heeft
verrast. A1 vanaf het begin van de jaren '80 bepleit men vanuit de
progressieve kringen uitbreiding en differentiatie van de
kinderopvang. Vandaag, 30 maart 1989, is dan ook voor sprekers
fraktie, maar vooral ook voor vele ouders en hun kinderen, een
heuglijke dag. Uitbreiding van het volume peuterspeelzaalplaatsen van
189 naar 243 plaatsen is een belangrijke zaak. Vooral omdat de
wachttijden daardoor worden teruggebracht tot één a twee maanden.
Maar Heemstede bouwt ook huizen voor jonge mensen. En ook voor die
inwoners moeten er straten, riolering, scholing en kinderopvang komen.
Spreker vraagt het college, of die wachttijd van één a twee maanden
dan ook nog geldt.
Spreker merkt op dat zijn fraktie naar aanleiding van het
kinderdagverblijf met 30 plaatsen en handhaving van de halve-dag
opvang de vlag uithangt. Spreker vindt het jammer dat een meerderheid
van het college deze voorziening in september niet ziet starten;
beschikbare middelen in het A+0-fonds, welke ingezet kunnen worden in
1988 voor dit doel, blijven zo onbenut en Heemstede is dat geld kwijt.
Dit is dus zonde.
Over de grote behoefte aan buitenschoolse opvang merkt spreker
tenslotte op dat hij het bespreken met de schoolbesturen prima vindt.
Maar de gemeente is ook schoolbestuur. Op de Crayenesterschool bestaat
heel bescheiden iets van buitenschoolse opvang, opgezet door
vrijwi11igers. Hoe gaat dit schoolbestuur die onderhandelingen in, ook
bijvoorbeeld ten aanzien van het continue rooster, wat bepleit wordt?
Overigens is er forse vraag naar opvang tijdens de schoolvakanties.
Spreker meent dat wellicht de Stichtingen voor Sociaal Cultureel Werk
in overleg met de scholen tot een aanbod op maat kunnen komen.
Spreker dankt tenslotte de sector Welzijn voor het vele werk dat is
verricht.
De heer Swinkeis merkt op, dat het onderzoek naar de behoefte aan
kinderopvang heeft geresulteerd in een heel duidelijke nota, die een
goed inzicht geeft in de diverse vormen van kinderopvang. Daarin is
inderdaad onderstreept wat de heer Huisman zojuist in zijn
sociologisch verhaal heeft opgemerkt. De wens naar kinderopvang komt
vooral voort uit de behoefte van gezinspartners om buitenshuis te
werken aan de ene kant en het belang van de kinderen aan de andere
kant. Spreker denkt dat het heel duidelijk is dat de zaken zo liggen.
Ofschoon de vraag naar kinderopvang heel duidelijk in de nota naar
voren komt, had sprekers fraktie wat moeite met de manier waarop het
aanbod aan opvangmogelijkheden hierin behandeld wordt. Op veel
plaatsen in de nota wordt het aanbod gelijkgesteld aan het aantal
gesubsidieerde plaatsen. Ook door de heer Huisman werden 189 plaatsen
genoemd. Het is toch duidelijk dat er, als men de nota leest, heel wat
meer kinderopvang in Heemstede plaatsvindt dan alleen maar in de
gesubsidieerde sector. Spreker deelt mede dat het college gelukkig erg
alert heeft gereageerd en deze omissie gedeeltelijk heeft goed gemaakt