30 maart 1989
51
worden onderzocht; akkoord gaat met de uitbreiding van zes
peuterspeelgroepen per 1 september 1989 en dat de financiering ten
behoeve van de uitbreiding met zes peuterspeelgroepen voor 1989 niet
uit de post onvoorzien mag worden gedekt.
Wethouder mevrouw Noorman merkt op, dat hetgeen door de sprekers
is gezegd voor een deel ook heel onderbouwende beschouwingen bevatten
met betrekking tot kinderdagverblijven. Zij beluistert een hele
positieve toon en instemming met de voornemens. Zij is daar ontzettend
blij mee. Toen er een jaar geleden gesproken werd over
peuterspeelzalen werd er gediscussieerd over het gegeven dat de
wachttijden voor de peuterspeelzalen hoog opliepen. Naar aanleiding
daarvan heeft de raadscommissie uitdrukkelijk gevraagd om een
onderzoek in te stellen. Niet alleen naar de behoefte aan
peuterspeelzalen maar ook een onderzoek naar een bredere vorm van
kinderopvang. Spreekster vond dat heel verheugend, want het is ruim
acht jaar geleden dat in deze gemeente de discussie over
kinderdagverblijven ontstond. De gemeente wilde wel, maar het rijk
trok op dat moment alle subsidieregelingen in. De financiële hobbel
was op dat moment voor de gemeente zo hoog, dat een en ander niet was
te realiseren. Thans ligt er een concreet voorstel op tafel, waar de
raad positief op reageert. Er is in Heemstede flink gebouwd de laatste
jaren en in tegenstelling tot andere regio-gemeenten is de bevolking
gegroeid en daarmee ook de komst van het aantal kleine kinderen. Hier
hoort een stuk opvang bij. Die infrastructuur is nodig voor een
groeiende bevolking. Die kan niet achterblijven als men huizen bouwt.
Met name in Heemstede-zuid - dat blijkt ook uit het onderzoek - is de
vraag naar kinderopvang extra groot, want juist daar is door de bouw
van Merlenhoven het kindertal flink gegroeid. De heer Huisman heeft
heel uitvoerig aangegeven welke invalshoeken hebben geleid tot die
grotere groei. Spreekster heeft met heel veel waurdering naar zijn
woorden geluisterd. Zijn vraag of de wachttijden in de toekomst
beperkt zullen blijven tot een termijn van één of twee maanden, is ook
in de commissie aan de orde geweest. Spreekster vindt een maximale
wachttijd van één a twee maanden redelijk en dat zal in de toekomst
ook zo moeten zijn. Mocht het zo zijn, dat de wachttijd langer wordt,
dan zal er een signaal in de richting van raad en raadscommissie komen
en is het aan de raad om straks aan te geven of men daarmee kan leven.
Met betrekking tot het continuerooster op de Crayenesterschool merkt
spreekster op, dat in de nota wordt aangegeven dat uit de enquete
blijkt, dat de behoefte aan een continuerooster op de scholen in ieder
geval bij de ouders erg groot is. Op de vraag of dat ook zo is bij
schoolbesturen en medezeggenschapsraden, kan spreekster geen antwoord
geven. De nota beveelt aan daarover in gesprek te gaan en het lijkt
spreekster ook verstandig om daaraan met de portefeui1lehouder
onderwijs invulling te geven.
Wethouder mevrouw Van der Pas: "Dat zal ik graag doen
voorzitter."
Wethouder mevrouw Noorman deelt mede dat de raad van de uitkomst
hiervan zeker op de hoogte zal worden gesteld.
Met betrekking tot de lof aan de afdeling merkt spreekster op, dat er