38
30 maart 1989
geven van een nieuwe bestemming aan Eikenrode, zeker nu de rijksoverheid
dit wil afstoten.
In het raadsvoorstel wordt aangegeven waarom dit is.
De landschappelijke, cultuurhistorische en wetenschappelijke waarden van
het landgoed vragen hierom.
Er is een achterliggende notitie "landgoed Eikenrode" van 24 februari
j.l., waarin hier verder op ingegaan wordt.
De inhoud van deze notitie blijkt ook uitgangspunt te zijn geweest bij
het verdere overleg m.b.t. de toekomstplannen voor dit landgoed.
De aankoop van dit landgoed acht de P.H.-fraktie een juiste beslissing;
hierdoor kunnen door de gemeente voorwaarden worden gesteld ten aanzien
van het toekomstige beheer van het landgoed, waardoor het behoud van de
genoemde waarden van het landgoed het best gegarandeerd blijft.
0°k de keuze om de gemeente in deze slechts als tussenpersoon ôp te tre-
den is volgens spreker zeker aanvaardbaar.
Er bleek immers zoveel belangstel1ing van anderen voor dit landgoed te
bestaan, dat verkoop met de door de gemeente vast te stellen voorwaarden
zeer realistisch was te noemen.
De wijze echter waarop het college dit heeft gedaan en het voorstel dat
in verband hiermee wordt gedaan roept bij de P.H.-fraktie zeer veel vra-
gen op. Vragen die te maken hebben met de wijze waarop het landgoed in
de toekomst beheerd wordt en met de financiële kant van deze voorstellen.
Soms loopt dit door elkaar heen.
In de commissies Ruimtelijke Ordening en Financiën is dit in algemene zin
al door de fraktie aan de orde gesteld.
Beide zaken hebben namelijk te maken met het bezwaar, dat het college
voor wat betreft de verkoop en het toekomstige beheer van het land-
goed slechts met êên projektontwikkelaar overleg heeft willen voeren.
Het is daardoor niet duidelijk op grond van welke argumenten het college
heeft kunnen vaststellen dat het voorstel dat nu wordt gedaan ook het
beste voorstel is dat er te maken zou zijn. Elke vergelijking ontbreekt
hierbij en de gemeenteraad wordt niet in staat gesteld tot een afweging
en een beslissing te komen waarvan de overtuiging bestaat dat het de
meest juiste beslissing is.
Bij het toekomstige beheer vari het landgoed, spelen naar de mening van
sprekers fraktie een aantal aspekten een rol
Het college is aan de mening van de voltallige commissie Ruimtelijke Or-
dening, geopperd in de januari-vergadering, dat de toegankelijkheid van
het landgoed gerealiseerd zou moeten worden, voorbij gegaan.
Althans dit komt in de argumentatie niet naar voren. Thans vraagt spre-
kers fraktie zich af waarom 2,7 hectare van het terrein in handen van
de projektontwikkelaar komt en slechts 1 hectare in handen van de gemeen-
te. Wat wil het college met die ene hectare; slechts indien het nu nog er
naast liggende afgesloten terrein van Staatsbosbeheer wordt opengesteld
lijkt men iets aan die ene hectare te hebben. Het door het college om-
schreven opvallende harmonieuze gebied van de huidige villa, het koetshuis
en het park laat het college wel heel gemakkelijk vallen.
Uit de notitie blijkt dat de waarde van de afzonderlijke landgoederen
ook te maken heeft met het complex van de totale landgoederen in dit ge-
bied. Spreker vraagt zich af hoe het college nu het niet toegankelijk ma-
ken van "Eikenrode" ziet in relatie tot het terrein van Staatsbosbeheer
en het terrein Hagenduin. Spreker vraagt of er reeds op enige wijze over-
leg gevoerd is over deze terreinen of heeft het college al plannen over
het toegankelijk maken van deze terreinen.
Spreker merkt op, dat wanneer het college het met de P.H.-fraktie eens