Wo
25 mei 1989
VERZOEK OM VERGOEDING VAN PLANSCHADE EX ARTIKEL 49
VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING
43
Heemstede, 9 mei 1989.
Aan de raad,
Bij ons besluit van 13 oktober 1987 is aan de fa. Friederichs bouwver-
gunning verleend voor een bedrijfspand op het perceel Van den Eijndeka-
de 2.
Dit besluit is voor de heer M.A. Jansen, wonende Industrieweg 9, aanlei-
ding geweest een verzoek om vergoeding van plartschade op grond van arti-
kel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening in te dienen, wegens ver-
meende waardevermindering van zijn pand en verlies van privacy.
Ingevolge uw besluit van 27 oktober 1988, nr. 108, hebben wij aan de
Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken, zijnde de schadebeoordelingscom-
missie als bedoeld in de Procedureverordening Planschadevergoeding, op-
dracht verstrekt tot het uitbrengen van advies terzake van het verzoek-
schrift.
Het betreffende advies ligt op de gebruikelijke wijze ter inzage.
De conclusie luidt dat, voorzover het verzoek van de heer M.A. Jansen is
gebaseerd op artikel 49, lid 1, sub b, W.R.O., te weten schade ten gevol-
ge van de beslissing omtrent vrijstelling als bedoeld in artikel 19
W.R.O., niet ontvankelijk dient te worden verklaard (er is uitsluitend
vrijstelling ex artikel 50, lid 8, van de Woningwet verleend).
Voorzover het verzoek is gebaseerd op artikel 49, lid 1, sub a (schade
tengevolge van de bepalingen van een bestemmingsplan) dient het te wor-
den afgewezen. Belanghebbende is als gevolg van het bestemmingsplan
"Haven" niet in een ongunstigere positie komen te verkeren in vergelij-
king met de voordien geldende planologische situatie (plan "Industrieter-
rein Cloosterweg"
-1-
